Stomerij kreeg stortvloed aan rekeningen, accountant valt niets te verwijten

Een stomerij kreeg met terugwerkende kracht opgeteld 20.000 euro aan facturen van zijn accountant.

Zaaknummers 20/1276 | 20/1278

Over deze zaak schreven wij: Woede over stroom facturen van accountants

De stomerij kreeg in 2019 van zijn accountant een aantal facturen voor verrichte werkzaamheden in de boekjaren 2015 tot en met 2019. het totaalbedrag van ruim 20.000 euro schoot de eigenaar in het verkeerde keelgat. Gesprekken over die rekeningen liepen op niets uit en de stomerij-eigenaar diende een tuchtklacht in. Ook een korte bemiddelingspoging van de voorzitter van de Accountantskamer strandde op de gang van de rechtbank in Zwolle.

Verwijten
Allereerst verwijt de stomerij de accountant dat ze nooit inzicht gaf in de declaraties. Het tegendeel blijkt waar, stelt de Accountantskamer. Het accountantskantoor reageerde meerdere keren gemotiveerd op vragen over die declaraties. “Ook zijn urenspecificaties overlegd'', aldus de tuchtrechter. 

De stomerij moest meerdere keren dure boekhoudprogramma's aanschaffen, maar het leverde nooit het gewenste inzicht in de administratie op, luidde een volgend klachtonderdeel. Maar de klager erkende dat ze instemde met de aanschaf ervan. Dat de kosten onnodig hoog waren en niet het benodigde inzicht gaven, is niet aannemelijk gemaakt, vindt de tuchtrechter. Ook het verwijt dat het kantoor de tarieven verhoogde zonder overleg vooraf is ongegrond verklaard. Het is zeker aan te raden vast te leggen welke tarieven gelden, maar nergens ging het kantoor tuchtrechtelijk over de schreef.

En dan waren er nog de nodige belastingaangiften die te laat de deur uitgingen, waardoor beslagen door de fiscus en weer extra declaraties van het accountantskantoor volgden. De betrokken accountant wist naar eigen zeggen niet dat de Belastingdienst aanslagen had verstuurd. Die gingen naar het postadres van de klager. Dat de accountant nalatig was, is niet aannemelijk gemaakt. Beide partijen zijn het niet eens en de Accountantskamer spreekt van een welles-nietes-discussie. “De juistheid van het standpunt van klagers kan niet uit de overgelegde stukken worden afgeleid'', zo concludeert de tuchtrechter.

Toen de accountant met wie de stomerij altijd contact had, niet bevredigend vragen beantwoordde, wendde het bedrijf zich tot de accountant die in 2009 het kennismakingsgesprek voerde. Hem werd verweten nooit gereageerd te hebben op een brief van de stomerij. Ook die klacht is ongegrond. Er is geen beroepsregel op grond waarvan deze accountant gehouden was te reageren op hun vragen en klachten. Bovendien stond hij ze wel degelijk te woord. Ook van misbruik van de machtspositie van beide accountants is niets gebleken, aldus de Accountantskamer.

Dat maakt dat alle klachtonderdelen ongegrond zijn verklaard.

Gerelateerde artikelen