‘Nalatig gedrag accountant benadeelde scheidende ondernemer’

Door nalatig gedag en foute uitwerkingen van een accountant zou een ondernemer in scheiding zijn benadeeld.

Zaaknr. 19/344

Volgens de raadsman van de beklaagde werd de tuchtzaak echter nadrukkelijk gebruikt om een civiele schadevordering verder te onderbouwen, bleek vrijdag hij de Accountantskamer.

De klagende ondernemer had een eenmanszaak maar richtte in 2006 een BV op. Toen in 2015 zijn huwelijk op de klippen liep, had hij dringend berekeningen nodig. Volgens hem heeft de accountant jarenlang fouten gemaakt in het verrekenen van de winst van zijn BV. 

Conform de voorwaarden had elk jaar zijn vrouw een uitbetaling moeten krijgen. Iets dat de accountant op papier in een rekening-courantverhouding verwerkte, zo wierp hij tegen. Daadwerkelijke uitbetaling gebeurt in de praktijk nooit. Maar volgens de ondernemer is hij daarvan nooit op de hoogte gesteld. 

Hij meent dat hij als gevolg van het handelen van de accountant geconfronteerd werd met een verslechterde onderhandelingspositie tegenover zijn ex-partner. En dat heeft hem uiteindelijk veel geld gekost. Geld dat hij al dan niet deels via een civiele rechtszaak probeert terug te krijgen. Volgens advocaat Maarten Riep heeft de accountant de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. De ondernemer vroeg daarop om informatie over de klachtenregeling van het kantoor, maar kreeg nooit antwoord.

De accountant gaf toe dat hij daarop wel had moeten antwoorden. Maar het kantoor kreeg door dat de ondernemer een dossier aan het opbouwen was tegen de accountant. ,,Toen heb ik besloten geen reactie meer te geven'', aldus de accountant. Zijn raadsman Joost Bindels had, net als de Accountantskamer, moeite te ontdekken wat zijn cliënt precies werd verweten. “Je krijgt een tsunami aan woorden over je heen en zoek daar dan zelf maar een plaatje bij.'' 

Hij meent dat procedures bij de Accountantskamer – net als hier – veelvuldig als 'fishing expedition' gebruikt worden ter ondersteuning van een civiele zaak. “Ik vraag me af of het tuchtrecht daarvoor bedoeld is.'' 

Inhoudelijk ging de accountant zelf in op de vragen van de tuchtrechter. Hij legde uit dat volgens de huwelijkse voorwaarden elk jaar de helft van de winst van de BV naar de echtgenote van de ondernemer moest. “Maar de daadwerkelijke uitbetaling vindt in bijna geen enkele onderneming plaats. In de akte van de huwelijkse voorwaarden is ook de mogelijkheid geboden dat niet te doen.'' 

Het werd op papier verrekend in een rekening-courant. Maar hij vermeldde dit niet expliciet aan de ondernemer. De accountant vond het vervelend dat de afwikkeling van de scheiding de ondernemer meer heeft gekost dan hij had gewild. Hij werkte altijd naar eer en geweten. “Was dat foutloos? Nee, dat was het niet.''

Uitspraak over circa vijftien weken.

Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle

Lees ook: Lessen uit het tuchtrecht: vriendendienst (of niet)

Gerelateerde artikelen