Getergde RA: ‘Klacht berust op rookwolken, misleiding, manipulatie en emoties’
Door Jan Smit
Zaaknr. 23/1176
Wat zat er in de maatschap en wat was van wie? Dat was kort gezegd de opdracht die een geschillencommissie eind 2019 verstrekte aan de RA. Een eenvoudige opdracht, aldus de accountant. Daar dacht de klager anders over. Klager was samen met zijn broer eigenaar van de op Curaçao gevestigde maatschap, maar zou verhuizen naar Nederland. Reden voor hem om de maatschap te laten ontvlechten. Volgens klager heeft de RA in zijn rapport partij gekozen voor zijn broer en verzuimd hem om wederhoor te vragen. Ook bevat zijn onderzoek volgens de klacht verscheidene fouten.
De RA spreekt dit nadrukkelijk tegen. Volgens de accountant betrof het een COS 4400N-opdracht, een feitenonderzoek waarvan het resultaat uitsluitend is bedoeld voor de gebruiker, in dit geval de geschillencommissie. Assurance is daarbij niet aan de orde, hoor en wederhoor evenmin.
Klager was duidelijk een andere mening toegedaan. “Deze accountant heeft de opdracht niet goed ingevuld. Hij had zich aan de opdracht moeten houden en met alle betrokkenen moeten spreken. Ook met mij. Daar hoef je geen accountant voor te zijn, dat leer je al op de lagere school. Maar dat heeft hij niet gedaan. Hij heeft niet met mij gesproken, maar wel met mijn broer. Ook heeft hij contact gehad met de vertegenwoordiger van mijn broer in de geschillencommissie en niet met die van mij. Daarnaast heeft hij alleen informatie opgehaald bij mijn broer, terwijl ik over veel meer informatie beschik. Daardoor is het goed fout gegaan.”
Klager doelde op de in zijn ogen verkeerde waarderingen in het onderzoek. Hij wees daarbij onder meer op de rente over de lening die zijn broer moest nemen om zich bij hem in te kopen. In het onderzoek staat een percentage van 7,75, terwijl dit volgens klager de wettelijke rente moet zijn. “Zo staat het ook in de maatschapsovereenkomst.”
Ook ontbreken de management fees. Volgens klager baseert de RA zich daarbij uitsluitend op informatie van zijn broer. Terwijl uit andere cijfers zou blijken dat die fees wel degelijk zijn uitgekeerd.
Gevolg van deze ‘foutieve’ rapportage volgens Klager: een negatief eindresultaat van twee miljoen euro, terwijl de maatschap de laatste drie jaar telkens zo’n 360.000 euro winst zou hebben gemaakt. “Dat kost mij per saldo één miljoen euro,” aldus klager.
Volgens klager zou de RA bovendien niet objectief hebben gehandeld. Zo zouden de accountant en de broer elkaar kennen van de golfclub. Een kleine vereniging – de voormalige golfclub van Shell op Curaçao, red. – met in het clubhuis slechts acht tafels, aldus klager. “Dan kent iedereen iedereen.” Verder waren de vrouwen van beide heren volgens klager bevriend en gingen ze samen op vakantie.
Aantijgingen die door de RA werden tegengesproken. “Mijn vrouw en die van zijn broer zijn in 2017 inderdaad met een groep van twintig vrouwen op reis geweest. Maar dat was eenmalig en betekent nog niet dat je met elkaar bevriend bent.”
“Een verhaal vol rookwolken, misleiding en manipulatie van feiten en gebeurtenissen. Sterk gekleurd door emoties.” Zo omschreef de betrokken accountant de klacht. “Klager weet zelf niet goed wat nu eigenlijk zijn klacht is. Hij schiet met hagel in de hoop dat er iets van zijn incoherente en incorrecte verhaal blijft hangen. Het advies van de commissie is namelijk bindend en klager is daar niet tevreden mee. Daarom legt hij de zaak nu bij mij neer.”
Volgens de RA kreeg hij van de voorzitter van de geschillencommissie opdracht een onderzoek te doen naar de feitelijkheden. “Daar komt geen oordeel of advies aan te pas.”
Ook zou de voorzitter hem expliciet hebben opgedragen alleen met hem contact te hebben en niet met de partijen noch met hun vertegenwoordigers in de commissie. Dat de accountant aan het begin van zijn onderzoek de broer heeft gesproken, klopt, aldus de RA. Maar dit was louter omdat hij de enige was die nog op kantoor werkte – de broer zat al in Nederland – en alleen hij hem de benodigde informatie kon verstrekken. “Over de zaak zelf hebben we niet gesproken.”
Het klopt volgens de accountant ook dat de vertegenwoordiger van de broer in de geschillencommissie hem via de mail heeft benaderd. Iets waarover hij naar zijn zeggen terstond de voorzitter heeft geïnformeerd, om vervolgens de mail naast zich neer te leggen. “Ik heb niets eens gelezen wat erin stond.”
De Accountantskamer hoopt uitspraak te doen binnen twaalf weken.