Accountant berispt voor stukken met valse data
Door Michiel Satink
Zaaknr. 21/647
Over deze zaak: Tuchtzaak rond bedrijf op landgoed 'is persoonlijke vendetta'
Het landgoed Huis Groenhoven – met een waarde van 830.000 euro – moest niet alleen het droomhuis worden waar de beklaagde en klager zouden samenwonen, ook was het een mooi kantoor voor de samenwerking tussen het duo en een Amerikaanse zakenpartner. Het drietal ging een samenwerkingsverband aan op gebied van advisering van de naleving van de International Traffic in Arms Regulations, ofwel de internationale wapenhandel. Maar na een breuk in de relatie richtten de twee Nederlandse partners hun 'wapens' al snel op elkaar. Want er bleek volgens de klager van alles mis in de administratie. De beklaagde deed als registeraccountant alle administratie van het bedrijf en zou diverse stukken vervalst en zichzelf verrijkt hebben. Forse aantijgingen in een conflict die ook via een civiele rechter uitgevochten wordt. En juist dat maakte dat de beklaagde zich voor de keuze geplaatst zag of ze, nog voordat partijen er civiel uit zouden komen, al in de Accountantskamer verweer zou voeren.
Haar raadsman Marc Kelder verzocht de tuchtrechter meerdere keren om uitstel. En kreeg dat. Toen een laatste deadline verstreek, bleek er nog altijd geen verweer te zijn ingeleverd. Hij vroeg vervolgens ook om aanhouding van de zaak, maar dat wilden de klagers niet. Volgens de Accountantskamer hebben ook klagers recht op een voortvarende behandeling van hun klacht. De tuchtrechter ziet geen reden om de zaak aan te houden. Ook is er geen reden om de beklaagde opnieuw een kans te geven een inhoudelijk verweerschrift in te dienen. Vanaf 6 mei 2021 kreeg ze daar al meerdere keren de gelegenheid toe. ,,Betrokkene heeft haar kans gehad'', aldus de tuchtrechter. Dat partijen in een civiele zaak onderhandelen over een schikking, maakt het niet anders dat van een accountant tegen wie een onderbouwde tuchtklacht is ingediend, een inhoudelijke reactie mag worden verwacht, aldus de Accountantskamer in haar oordeel. ,,De gevolgen van de door betrokkene gemaakte processuele keuze om dit niet te doen komen dan ook voor haar rekening.''
Valse data
Het wellicht zwaarste klachtonderdeel was het valselijk opmaken van financiële jaarverslagen in de jaren 2013 tot en met 2017. Deze verslagen zijn, zo blijkt volgens de klager uit een rapport van een in de arm genomen onderzoeksbureau, pas te zijn opgemaakt op 30 juni 2019. Volgens de beklaagde zijn de cijfers gewoon met de aandeelhouders besproken en zijn ze alleen, wegens drukte, te laat bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd. De tuchtrechter stelt echter vast dat ze niet heeft weersproken dat zij notulen in die jaren pas in 2019 heeft opgemaakt ,,en niet op de in deze stukken vermelde data''. Dat is niet eerlijk en oprecht en daarmee heeft ze gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.
Ook werd haar verweten dat ze zonder medeweten van de aandeelhouders een huurovereenkomst verlengde. Volgens de klager is de verlenging van die huur nooit besproken in de algemene vergadering. Ook hierover gaf de beklaagde op de zitting geen duidelijkheid. Op basis van de door de klagers overlegde stukken concludeert de tuchtrechter dat de verlenging van de huurovereenkomst inderdaad is opgesteld zonder medeweten of instemming van de algemene vergadering. Ook hiermee handelde ze in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.
Alles afwegend legt de tuchtrechter de accountant een berisping op. De accountant in business heeft de grens ,,tussen haar professionele werkzaamheden en haar privé-transacties niet goed afgebakend''. Wel merkt de tuchtrechter op dat ook de medebestuurder beter op had moeten letten. Hij heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor de gang van zaken binnen de vennootschap. Mede hierom legt de Accountantskamer aan de beklaagde geen zwaardere maatregel op, wat anders zeker het geval was geweest.