Tuchtzaak rond bedrijf op landgoed ‘is persoonlijke vendetta’
Zaaknr. 21/647
Door Michiel Satink
Een landgoed, een BV met vooraanstaande klanten als het ministerie van Defensie dat met lege handen achterbleef, maar vooral een verbroken amoureuze relatie: er stond veel op het spel in een venijnige zitting bij de tuchtrechter.
Over het contract waarmee hun gezamenlijke bedrijf een deel van het landgoed Groenhoven in het Gelderse Bruchem ging huren, hoefde de klager niets te weten. Tot hij in 2020 de details van de door zijn inmiddels ex-vriendin opgestelde overeenkomst wel onder ogen kreeg. De huurprijs bleek 60 procent boven de marktprijs te zitten. Bovendien betaalde het bedrijf ook de kosten van onderhoud van het landgoed, zo stelde de klager. “Ze liet een bedrijf achter zonder geld op de rekening en zonder administratie'', zei de klager. De beklaagde is registeraccountant en deed 'alle financiën' van het bedrijf. Zij stelt dat de klager een 'persoonlijke vendetta' tegen haar voert. Een stroom aan procedures moet haar kapot maken, meent ze, en deze tuchtzaak was daar een van.
Het landgoed
Huis Groenhoven uit de negentiende eeuw is een rijksmonument en het moest het droomhuis worden waar klager en klaagster gingen samenwonen. Met een Amerikaanse zakenpartner had het duo in 2013 een bedrijf opgericht dat gespecialiseerd is in Europese en Amerikaanse handelsregels, embargo's en -vergunningen. Het bedrijf groeide hard en had, met het ministerie van Defensie, een aansprekende klant in huis gehaald. Het landgoed zou een mooie locatie zijn om kantoor te houden. Maar klager en klaagster liepen beiden in de financiële afwikkeling van de scheiding van een voorgaande relatie. Er werd een financiële constructie bedacht om het landhuis met een waarde van 830.000 euro te kopen. De klager redeneert nu dat hij inmiddels met lege handen staat en de beklaagde juist niet. In juli 2019 ging het stel uit elkaar. Het jaar erop zegde zij haar functie bij het bedrijf op en zette ze de klager, naar zijn zeggen, op straat.
De huurovereenkomst is volgens de klager met een vervalste handtekening van hem ondertekend. Ze handelde hierbij in eigenbelang, stelt hij. “Wij gingen er van uit dat ze werkte volgens de beroepsregels. Ze straalde professionaliteit uit en kwam bescheiden over en gebruikte haar titel van RA in alle correspondentie.'' Kortom: de klager had geen enkele reden om argwaan te hebben. Na haar vertrek liet hij een forensisch onderzoek naar de gang van zaken verrichten. Het bedrijf bleef na het vertrek zonder administratie achter, beweert hij. “Met nog slechts 151 euro op de rekening.''
Ook waren er onregelmatigheden bij dividenduitkeringen en betaling van 'management fees', zijn notulen van algemene aandeelhoudersvergaderingen vervalst en kloppen jaarrekeningen niet, zo luiden enkele van de verwijten.
Defensie
Helemaal zonder geld lijkt het bedrijf nu ook weer niet te zitten. Het ministerie van Defensie zou inmiddels 1,5 miljoen euro schadevergoeding betaald hebben in een procedure die het bedrijf tegen het ministerie had aangespannen. Het bedrijf werkte samen met Defensie aan een opleiding maar plots werd de samenwerking opgezegd en ging het ministerie er met de kennis vandoor. Dat bedrag is kennelijk geparkeerd op een bankrekening waarop beslag is gelegd. De verdediging wilde amper inhoudelijk ingaan op de stroom aan verweren aan het adres van de registeraccountant. Ze verzocht juist de Accountantskamer om de zaak aan te houden. Op de achtergrond loopt een civiele zaak en beide partijen zijn juist in overleg met elkaar. Advocaat Marc Kelder wil die onderhandelingen niet in de wielen rijden. Bovendien vond hij dat hier misbruik werd gemaakt van tuchtrecht. Dit is bij uitstek een civiele kwestie, zo suggereerde hij. “Dit is niet iets dat het algemeen belang dient.''
Hij deed eerder al een vergeefs verzoek tot aanhouding van de zaak. Ook nu besloot de tuchtrechter de zaak toch te behandelen al kan ze altijd nog, voordat de uitspraak naar buiten komt, de zaak uitstellen. Dat kan ook als de klager zijn klacht intrekt. Iets waarvan op de zitting absoluut geen sprake van leek te zijn. “Mijn cliënt wil zich graag verantwoorden maar doet dat graag later, gezien de belangen, totdat in de civiele zaak is beslist.''
Sportwagens
De tuchtrechter had moeite de klager te geloven dat hij niet meekeek met de cijfers. Zij moest alles rondbreien rond het landgoed “en dan laat u de boel de boel. Dat gaat er bij mij niet in'', zei de voorzitter. “Als je iemand vertrouwt, dan helemaal'', reageerde de klager die notabene zijn Britse sportwagens – een Aston Martin en een MG – en een stel horloges verkocht om financieel de boel rond te krijgen. Al was dat naar zijn zeggen juist weer om uit te lenen aan de beklaagde zodat zij zich bij haar ex-man kon uitkopen. En tegen de beklaagde zeiden de leden van de Accountantskamer dat hun gebrek aan inhoudelijk verweer juist hen voor het blok zette. “Het kan ertoe leiden dat klachten onvoldoende weerlegd zijn.''
De beklaagde accountant noemde het op haar beurt bizar dat de klager dividend uitgekeerd kreeg en zich kennelijk nooit afvroeg waar dat geld vandaan kwam. “Hij neemt dingen in zijn eigen boekhouding op en zegt dan achteraf dat hij er niets van heeft geweten. Dat snap ik niet.'' En het verwijt dat zij het bedrijf leeg heeft getrokken? Ze heeft juist nog geld tegoed, reageerde de registeraccountant.
De uitspraak: Accountant berispt voor stukken met valse data