Foute administratie maakt producent deuren miljoenen minder waard

Na de verkoop van een deurenfabriek in Indonesië door een familiebedrijf uit Dedemsvaart moest de waarde met miljoenen dollars naar beneden worden bijgesteld. Viel de groepsaccountant hier wat te verwijten?

Door Michiel Satink

Zaaknr. 22/286

De financieel manager uit Nederland zag het niet. De groepsaccountant wist van niets. En ook uit een uitvoerig onderzoek door de koper van het Indonesische dochterbedrijf bleek niets vreemds. En toch moest er, notabene na onderzoek van de eigen accountant in Indonesië, zeker zes miljoen dollar worden afgeboekt. Malversaties? Fraude? “Daar is niets van gebleken'', zei de directeur van het Nederlandse voormalige moederbedrijf vrijdag in de Accountantskamer. Hij verwijt de groepsaccountant dat hij niets had gezien. Eveneens opvallend in deze zaak was dat BDO Indonesië de groepsaccountant van BDO Nederland geen enkele informatie verschafte. Hij mocht simpelweg het dossier niet inzien.

“Dit blijft een wonderlijke affaire'', herhaalde de voorzitter van de Accountantskamer enkele malen op de zitting. Deli Home nam eind 2019, na goedkeuring door de Autoriteit Consument en Markt, het familiebedrijf Weekamp Deuren over. Onder dat bedrijf uit Dedemsvaart hingen de BV's Reestvast en Beltengoed. 

Dochteronderneming van die twee bedrijven was het op Java gevestigde PT Bintang Buana Karya. In mei 2020 had de beklaagde accountant van BDO zijn goedkeurende verklaring gegeven over de geconsolideerde jaarrekening van 2019. Een maand later kwam kennelijk het eerste bericht naar buiten dat er iets niet klopte met de cijfers. “De jaarrekening moest niet op één post, nee op tal van punten bijgesteld worden. Onbegrijpelijk dat talrijke en omvangrijke fouten niet bij de controles aan het licht zijn gekomen'', zei advocaat Diederik van der Kooij namens de klager. De bijstelling naar beneden van twee en van ruim vier miljoen dollar over de jaren 2018 en 2019 kwam naar voren na uitvoerig onderzoek van BDO Indonesië. Maar waarom werd hetzelfde kantoor dat kennelijk al die fouten niet had gezien gevraagd nog eens haar eigen vlees te keuren, werd herhaaldelijk gevraagd door de tuchtrechter. We vertrouwden op BDO zoals we altijd deden, reageerde de directeur van Weekamp.

Een groepsaccountant moet voldoende inzicht verwerven in het controlewerk van de lokale accountant, verwees advocaat Van der Kooij naar de regels. Wat volgde in zijn betoog was een waslijst aan posten die stikten van de fouten. Zeker 73 van de 92 regels op de post vooruitbetalingen stonden er onterecht op. De betalingen waren immers al ontvangen. “Bij een simpele steekproef ontdek je dat al.'' Uit de post voorraden bleken 550 tochtstrips gewaardeerd op 182.000 dollar. Dat terwijl later bleek dat de werkelijke waarde krap 912 dollar was.

Volgens advocaat Friso Serraris werd er vooral geklaagd over de vermeende onregelmatigheden in de administratie in Indonesië, maar werd er juist niet verwezen naar de groepsaccountant. “Achteraf, nu gesteld wordt dat er destijds fouten in de cijfers zaten is het makkelijk zeggen wat hij meer had kunnen doen. Maar het gaat er niet om wat een perfecte accountant had kunnen doen.'' 

Serraris meent dat al twee maanden voordat zijn cliënt de goedkeurende verklaring verstrekte er al sprake was van aangetroffen onregelmatigheden. Maar zijn cliënt werd daar toen niet van op de hoogte gesteld. “De nieuwe eigenaar, Deli Home, gaat kennelijk graven. En weer een paar weken later is er een vaststellingsovereenkomst waarin zes miljoen wordt toegegeven op de verkoopprijs. De verweerder was niet betrokken bij deze curieuze zaak. En we krijgen er een raar gevoel bij.'' Hij schetst een proces waarbij de koper de verkoper onder druk zet om de cijfers naar beneden bij te stellen zonder dat er extern onderzoek wordt gedaan. En de aangeklaagde registeraccountant mocht niet in de onderzoeksdossiers kijken en hij weet ook niet hoe die correcties tot stand zijn gekomen.

Dat laatste is ook curieus: BDO Indonesië houdt een collega van BDO Nederland nadrukkelijk buiten haar onderzoek. Voor de Accountantskamer is het vooral lastig dat het geen vergelijking kreeg overgelegd. Welke cijfers heeft de beklaagde accountant dan gecontroleerd? De lijsten waarmee de klager kwam, kende hij niet. “Het is onmogelijk dat de verweerder deze stukken heeft ingezien. Onmogelijk. Daar was iedereen gelijk op aangeslagen'', zei Serraris. 

Ook de Nederlandse CFO, die zeer goed ingevoerd was, had dat dan allemaal gemist, zei de beklaagde registeraccountant. In 2019 was hij nog samen met de CFO op bezoek bij de fabriek in Indonesië. “We hoeven niet telkens naar het buitenland, maar ik doe dat wel elke drie jaar omdat ik dat belangrijk vind. Hier moet ik dan wel ontzettend veel signalen gemist hebben.'' Hij liep destijds samen met de CFO het pand uit ,,en samen concludeerden we dat we tevreden waren.''

Was er dan sprake van fraude? En waarom was het due diligence onderzoek door de koper, waarin alle cijfers goed onderzocht worden, afgekapt? Een manager in Indonesië die kritische vragen kreeg bleek de volgende dag met de noorderzon vertrokken. Een van de leden van de administratie van de fabriek meldde zichzelf al snel langdurig ziek. Van fraude was niets gebleken, zei de klager. De voorzitter meende dat de fout dusdanig groot was de samensteller ofwel drugs op had, dronken, gek of ziek was. “Dit kan toch niet een foutje geweest zijn?''

De aangeklaagde accountant zei te begrijpen dat de klager van deze hele kwestie een naar gevoel kreeg. “Ook ik heb er een rotgevoel aan overgehouden. Maar dat is niet het gevolg van mijn controlewerk.'' 

Lees hier de uitspraak in deze zaak
 

Gerelateerde artikelen