Accountant 10 jaar doorgehaald voor advies valse aangifte
Zaaknummer 19/2341
Over deze zaak schreven wij: NBA vraagt maatregel tegen RA voormalig vastgoedimperium gebroeders Geerts
Een accountant die eerder strafrechtelijk is veroordeeld voor valsheid in geschrifte is door de tuchtrechter voor 10 jaar geschrapt. Volgens de Accountantskamer gaf de accountant leiding aan het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte vennootschapsbelasting.
Dat bepaalde de tuchtrechter maandag. De accountant werkte mede als directeur voor het vastgoedimperium van de broers Jos en Joop Geerts. Beide broers werden in 2017 door het gerechtshof in Den Bosch tot celstraffen veroordeeld wegens grootschalige belastingfraude. In totaal zou voor 14 miljoen euro aan belasting zijn ontdoken. De accountant was financieel directeur en verzorgde namens de moedermaatschappij de administratie. In de aangifte vennootschapsbelasting van eind 2003 werd voor een kantoorgebouw ten onrechte een afschrijving vermeld. In verband met die aangifte werd hij strafrechtelijk vervolgd. Hij kreeg uiteindelijk een gevangenisstraf, een taakstraf en een geldboete voor het opzettelijk doen van een valse belastingaangifte.
Voor de NBA was dat het startsein om een klacht tegen de accountant voor te bereiden. Dat die klacht uiteindelijk pas eind 2019 werd ingediend, is te wijten aan onderbezetting, zo betoogde de beroepsorganisatie op de zitting van de tuchtrechter afgelopen zomer. Ook vulde de accountant vragenlijsten van de NBA ten behoeve van een periodieke kantoortoets niet naar waarheid in. Zo ontkende hij dat zijn kantoor of hijzelf bij strafrechtelijke procedures betrokken was.
Een schriftelijk verweer tegen de klacht liet de accountant achterwege. Wel verweerde hij zich op de zitting zelf. De beklaagde zei dat hij ten tijde van het opmaken van de aangifte vennootschapsbelasting geen twijfel had om de willekeurige afschrijving daarin op te nemen. Bovendien zou een brief van de Belastingdienst, waarin de willekeurige afschrijving al was afgewezen, voor hem zijn achtergehouden. Maar dat verweer helpt hem niet nu hij al door het gerechtshof voor dit feit is veroordeeld, zo meent de Accountantskamer. Bovendien is 'voldoende aannemelijk geworden' dat de beklaagde leiding gaf aan het opzettelijk doen van een valse aangifte vennootschapsbelasting.
Volgens de tuchtrechter heeft de betrokkene ,, het vertrouwen in accountants op zeer ernstige wijze geschaad''. Ook heeft hij aangetoond het publieke vertrouwen dat een accountant moet worden gesteld, onwaardig te zijn. De enig mogelijke maatregel is daarom de doorhaling in het register met de maximale termijn van 10 jaar. De accountant liet zich zelf al eerder als accountant uitschrijven. Toch heeft de doorhaling effect, stelt de tuchtrechter. ,,Naast de openbare vaststelling door de onafhankelijke tuchtrechter dat betrokkene als registeraccountant in strijd met de beroepsnormen heeft gehandeld, heeft het tot gevolg dat gedurende tien jaar betrokkene niet meer als registeraccountant kan worden ingeschreven.''