Tuchtrechter zet streep door klacht over berekening pensioenfonds

De klacht tegen de accountant van de Stichting Pensioenfonds van De Nederlandse Bank is door de tuchtrechter van tafel geveegd.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 21/59

Over deze zaak schreven wij: Accountant DNB-pensioenfonds voor de tuchtrechter

Hij berekende de post 'technische voorzieningen' volgens de regels.

De stichting Adri Brink, vernoemd naar een 'accountant in ruste', meende dat de jaarrekening van de Stichting Pensioenfonds van De Nederlandse Bank (DNB) geen getrouw beeld van de werkelijkheid gaf. De post Technische Voorzieningen zou in 2019 een miljoen euro te hoog zijn. Bij de berekening van die post is de rentetermijnstructuur gehanteerd. Daarmee geeft deze post niet het juiste inzicht, vond de klager. Die meent dat met een rekenrente van 3 of 6 procent gewerkt had moeten worden. Ook zou er een eigen vermogen zijn van 1,4 miljard euro, maar er werd in het jaarverslag een bedrag van 364 miljoen opgenomen. De stichting met diverse medestanders wilde via deze tuchtzaak aan de orde brengen dat de pensioenuitkeringen stelselmatig veel te laag zijn. Het verweer van de accountant was helder: hij heeft zich aan alle vereisten voor de verslaglegging gehouden.

En daarmee is de Accountantskamer het eens. Die ging alleen in op de post Technische Voorzieningen. In de Pensioenwet staat dat de “contante waarde van de technische voorzieningen wordt vastgesteld op basis van een door de DNB gepubliceerde actuele rentetermijnstructuur'', stelt de Accountantskamer. Met deze berekening hield het fonds rekening met wat de Pensioenwet bepaalt, met het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en met de Richtlijnen voor Jaarverslaglegging. En daarom was er geen reden voor de accountant om zijn goedkeurende verklaring bij de jaarrekening te onthouden, wat de klager wel graag had gewild. Of er wat schort aan het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, daarover gaat de Accountantskamer niet, meldt de tuchtrechter.

Gerelateerde artikelen