Tuchtrechter: RA mocht rekening houden met Turkse cultuur
Wel kreeg de RA een waarschuwing voor een ‘slordigheid’ bij het samenstellen van zijn cliëntendossier, zoals in de beslissing van de tuchtrechter staat. Hij heeft bij de verificatie van een tweetal betrokken personen de papieren achteraf van een datum voorzien. De tuchtrechter gaat ervan uit dat dat geen bewuste manipulatie of antedateren is geweest.
Risico
De tuchtklacht van het BFT draaide in hoofdzaak om een drietal leningen, van 245.420 euro in totaal, die de Nederlandse ondernemers uit het buitenland hebben ontvangen. Zonder leningsovereenkomst, zonder zekerheden, zonder renteverplichting en zonder regeling als er niet wordt terugbetaald. Het BFT vindt dat de accountant dit als ongebruikelijke transacties had moeten melden bij FIU-NL, in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). De geldschieters komen uit landen met een risico-aanduiding: Turkije dan wel Oekraïne.
‘Haram’
De beklaagde heeft aangevoerd dat hij de Nederlands-Turkse handelaars in tweedehands textiel al lang kent. Voor het optimaliseren van de productie klopten zij aan bij familieleden in het buitenland voor de financiering. Binnen de Turkse gemeenschap is het volstrekt normaal dat familieleden elkaar helpen, zonder dat daar een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat. De accountant wist dat de familie praktiserend islamiet is, en dat er in dat geloof een verbod op het berekenen van rente staat. Dat is, met andere woorden ‘Haram’, oftewel: not done.
De Accountantkamer: ‘De conclusie dat er bij het verstrekken van de leningen […] geen aanwijzingen voor waren dat er sprake was van witwassen (of financiering van terrorisme) heeft betrokkene in de door hem geschetste omstandigheden in redelijkheid kunnen trekken.’
Lees ook:
• Klacht BFT: accountant negeerde risico van witwassen of financiering terrorisme
(Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwollle)