Tuchtrechter: hoogleraar accountancy niet vooringenomen bij onderzoek

De klacht dat hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer in een persoonsonderzoek naar de toenmalig burgemeester van Bussum vooringenomen was, is maandag door de tuchtrechter verworpen. Wel is de klacht van twee politieke partijen op een punt gegrond verklaard, maar de Accountantskamer vond het onvoldoende voor het opleggen van een maatregel.

Een van de klachtonderdelen was dat de opsteller van het rapport niet duidelijk maakte wat nou exact het doel van dat onderzoek was en onder welke condities deze verricht werd. Hij zou ermee akkoord gaan dat de opdrachtverstrekking pas na afloop van het onderzoek plaats zou hebben. Om elke schijn van partijdigheid te vermijden had hij de opdracht niet moeten aanvaarden. De accountant stelde echter in zijn weerwoord dat hij de vastgestelde opdracht bij aanvang van elk interview steeds aan de geïnterviewde heeft voorgelegd. Die stelling vindt ook deels steun in de verslagen van de gesprekken met een fractievoorzitter en fractielid die door de klagers zijn ingebracht. “Er bestaat dan ook geen reden om aan te nemen dat de geïnterviewde personen niet wisten waarop het onderzoek van betrokkene zich richtte of dat de drie onderzoeksvragen niet mede de vragen omvatten die de fractievoorzitters onderzocht wilden zien”, aldus het vonnis. Ook vonden de partijen dat hij wederhoor had moeten toepassen. Maar de klaagsters “hebben niet aannemelijk gemaakt dat het rapport in een of meer opzichten een voldoende deugdelijke grondslag ontbeert doordat betrokkene geen wederhoor van de fractievoorzitters in de vorm van het toezenden van het conceptrapport heeft toegepast”.

Waar de hoogleraar wel in de fout ging was dat een definitie van het begrip ‘rechtmatigheid’, dat juist centraal staat in de onderzoeksvraag, ontbreekt. Uit het rapport valt wel af te leiden dat hij is nagegaan of de vergoedingen die de burgemeester ontving, zijn toegekend in overeenstemming met de wettelijke regels. Maar welke regels dat zijn en of ze relevant zijn, staat onvoldoende in het rapport. Dat had wel gemoeten, ook omdat het rapport niet alleen aan de gemeenteraad van Bussum werd beschikbaar gesteld, maar ook openbaar is gemaakt. En dat viel te verwachten gezien de commotie die al was ontstaan over de al dan niet terecht verkregen vergoedingen. “Een uiteenzetting en een toetsing zoals hiervoor bedoeld hadden mogelijk richting kunnen geven aan de bespreking van het rapport in die gemeenteraad, met het oog waarop de opdracht kennelijk was verstrekt”, schrijft de tuchtrechter.

Dat de onderzoeker een onjuist vooringenomen standpunt had ingenomen en zich onvoldoende objectief had opgesteld, achtte de Accountantskamer niet aannemelijk. Mede omdat niemand schade heeft geleden vond de tuchtrechter het opleggen van een maatregel niet nodig.

• Zaaknr. 15/2122

Lees ook:

• Hoogleraar accountancy ’trok foute conclusies’
• Tuchtklacht tegen hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]  

Gerelateerde artikelen