Tuchtrecht: Tuchtklacht die al boven opdracht hing, ongegrond verklaard
24/2083
De tuchtklacht tegen een accountant die gevraagd werd de jaarcijfers samen te stellen van de BV waarvan beide eigenaren in scheiding liggen, is ongegrond verklaard. Ten onrechte is hem verweten dat hij vooraf geen overleg voerde met de voorgaande accountant en dat hij vooraf vraagtekens had moeten stellen bij de vrouw die de klager benadeeld zou hebben.
- Accountant vrijgesproken van verwijt inzake overleg voorganger.
- Geen bewijs voor bevoordeling vrouw boven BV-belangen.
- Klacht ingediend vóór werkzaamheden accountant gestart waren.
De accountant had veel ellende kunnen voorkomen door direct bij de start van de aanvaarding van de opdracht met de klager in overleg te gaan. De klager wilde hem ,,kunnen bijpraten in deze complexe casus. Zodat ik mijn verhaal bij hem kwijt kon en hij wist wat er speelt”, zo beschreef de man het. Advocaat Jan Garvelink, die de accountant bijstond, verwoordde het op de zitting in oktober net even iets anders. ,,Het eerste contact met de klager was een agressieve mail die via zijn advocaat binnenkwam. Dat was niet de vraag of hij even mocht komen praten.”
‘Lege huls’
Dat eerste contact deed de verdediging al vermoeden dat een tuchtklacht vrijwel direct na aanvaarding van de opdracht in de maak was. Die voorspelling kwam ook uit. Op de tuchtzaak werd vooral de rol van de vrouw gehekeld. ,,Zo besloot ze achteraf haar salaris te verhogen met 150.000 euro”, zei de klager onder meer. Alleen: wat had de accountant hiermee te maken? Hem werd onder meer verweten geen collegiaal overleg te hebben gevoerd. Dat heeft hij wel, luidt de korte versie van het antwoord op dit verwijt. Ook meent de klager dat de accountant de opdracht niet had mogen aanvaarden gezien de kwade rol van de vrouw in de scheiding. De BV zou een lege huls zijn geworden door de onttrekkingen door de vrouw.
Er waren geen integriteitskwesties ten aanzien van de vrouw die de aanvaarding van de opdracht in de weg stonden, concludeert de tuchtrechter. Dergelijke omstandigheden waren zijn voorganger niet bekend. Het feit dat de vrouw verwikkeld was in een echtscheiding is evenmin reden af te zien van de opdracht. ,,Een dergelijk conflict betekent niet zonder meer dat sprake is van niet-integer handelen. Dit geldt ook voor de overdracht van de activa en de activiteiten van de BV, omdat zulke transacties niet ongebruikelijk zijn”, aldus de Accountantskamer.
De stelling dat de accountant de persoonlijke belangen van de vrouw boven het algemene belang van de BV of dat van de klager stelde, is niet aannemelijk gemaakt, meent de tuchtrechter. Dat is sowieso al lastig omdat de accountant op het moment van het indienen van de klacht nog niet eens aan zijn werkzaamheden was toegekomen. ,,Klagers hebben hun klacht drie weken na de ondertekening van de opdrachtbevestiging ingediend bij de Accountantskamer. Het klachtonderdeel is ongegrond”, aldus de tuchtrechter.
Ook de overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard.