Tuchtrecht: ‘RA verantwoordelijk voor fouten medewerkers’, stelt uroloog
Zaaknr. 23/2543
Door Jan smit
De zaak nam een bijzondere wending. Het tuchtcollege vond zowel de klacht als de verdediging vaag en slecht onderbouwd en stuurde beide partijen na een korte schorsing met huiswerk naar huis.
De medisch specialist en zijn vrouw wonen sinds 2020 in Duitsland. Die emigratie had fiscaal veel voeten in de aarde. Het paar verwijt de RA dat zijn partner, een fiscaal econoom die de meeste werkzaamheden voor de BV’s van het stel verrichtte, daar niet accuraat op heeft geanticipeerd en gereageerd. De RA houden zij daarvoor verantwoordelijk.
Zo plaatste de Nederlandse Belastingdienst vraagtekens bij de fiscale verwerking van een lening die een BV van de man het stel had verstrekt voor de aankoop van hun nieuwe huis. Een vraag die belandde bij het accountantskantoor, maar waarvan de beantwoording een jaar op zich liet wachten. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Ook kreeg het paar problemen met de fiscus omdat zij ten onrechte drie jaar kindertoeslag hebben ontvangen. Dat hadden zij kunnen voorkomen door na de verhuizing in Duitsland een nul- aangifte te doen. Maar volgens een van de medewerkers van het kantoor was dit niet nodig.
Daarnaast nemen klagers het de RA kwalijk dat zijn kantoor een aantal jaarrekeningen van de BV’s van klagers niet wil verstrekken aan het accountantskantoor waar zij nu klant zijn. Het accountantskantoor houdt de jaarrekeningen achter omdat klagers niet alle facturen hebben betaald. Klagers hebben daarom een kort geding tegen het kantoor aangespannen. De uroloog: “Anders kunnen we niet op tijd aan onze fiscale verplichtingen over 2023 voldoen.”
De betrokken RA en diens gemachtigde vinden de klacht niet-ontvankelijk. Volgens hen heeft de RA zich nauwelijks met de werkzaamheden voor klagers bemoeid. “Er wordt van alles op een hoop gegooid,” aldus de accountant. “Ik weet echt niet wat ik hier mee aan moet. Ik ben bekend met hun situatie, want ik zie jaarlijks de jaarrekeningen van de BV’s. Die teken ik. Maar ik heb klagers persoonlijk nog nooit ontmoet.”
Zijn vrouw en hij waren er al die tijd vanuit gegaan dat de fiscalist die de meeste werkzaamheden voor hen verrichtte ook account was, aldus de specialist. “Pas veel later kwamen we erachter dat hij fiscalist is en dat alle andere werkzaamheden ook door medewerkers van de RA zijn verricht en niet door hemzelf. Wij vinden dat niet kunnen. In de naam van het kantoor staat ‘accountants’. Dat is meervoud en maakt het allemaal groter dan het is. In werkelijkheid werkt er maar een accountant.”
Volgens de RA hadden klagers dat kunnen weten. Jaarlijks stuurde zijn kantoor de uroloog en diens vrouw de opdracht voor de samenstelling van de jaarrekeningen. Die kreeg hij telkens getekend terug. In die opdrachtbevestigingen staat volgens de accountant duidelijk dat hij alleen verantwoordelijk is voor de samenstelling van de jaarrekeningen en niet voor alle overige werkzaamheden zoals de vpb-aangiften en adviezen. Klopte dat, wilde een van de tuchtrechters weten. De uroloog: “Als ik al heb getekend, was niet bij vol bewustzijn.”
Of klagers de opdrachtbevestigingen inderdaad telkens hebben ondertekend, bleef onduidelijk. De bevestigingen zaten niet bij de stukken. Dat gold voor meer documenten. Dit tot frustratie van de tuchtrechters. Voor de voorzitter aanleiding de zitting kort te schorsen voor overleg met de andere leden. Bij de hervatting liet de voorzitter weten de zitting te beëindigen. Beide partijen kregen huiswerk mee. Ze moeten hun verhalen beter onderbouwen en krijgen daarvoor in totaal twaalf weken de tijd. Daarna buigt de Accountantskamer zich opnieuw over de zaak. Mogelijk komt er dan een nieuwe zitting.
Voor de RA had de voorzitter ook nog een speciale tip: (her)lees artikel 14 van de VGBA. Daarin staat beschreven in hoeverre de accountant verantwoordelijk is voor de werkzaamheden van zijn medewerkers.