Door frauderende klanten in de verdachtenhoek gezet
Zaaknummer 18/488
De Fiod viel zijn kantoor binnen, nam administratie in beslag en deelde summier mee dat hij verdacht werd van medeplichtigheid aan belastingfraude. Meer kreeg hij niet te horen.
Pas maanden na de diffamerende inval eind 2016 hoorde de accountant waar het om ging. Twee broers, klanten van hem, die met drie bv’s actief waren in de projectontwikkeling, hebben jarenlang fraude gepleegd, door met valse facturen ten onrechte teruggave omzetbelasting te innen. Had de accountant de signalen van fraude moeten herkennen, is de vraag die voorligt bij de Accountantskamer.
Geen omzet, toch btw terug
Jazeker, meent de raadsman van het Openbaar Ministerie (OM), dat een tuchtklacht indiende tegen de accountant. De broers draaiden in de crisisjaren in de bouw geen omzet. Volgens het OM voorzagen ze toen in hun levensonderhoud door middels zelf gefabriceerde facturen omzetbelasting terug te vragen. Over de jaren 2012 tot en met 2014 zijn 43 facturen geknutseld, met een totaalbedrag van 644.071,59 euro, goed voor 128.411 euro aan ontvangen BTW.
De broers hebben dit in het strafrechtelijk onderzoek bekend, en erbij gezegd dat hun accountant er niet van op de hoogte was. Diens integriteit is dan ook niet in het geding, benadrukte de klagende partij, wel diens zorgvuldigheid en deskundigheid.
Het kantoor van de accountant deed de administratie voor de drie BV’s van de ondernemende broers, stelde jaarrekeningen samen én verzorgde de aangiften vennootschapsbelasting, omzetbelasting en inkomensbelasting van de broers privé. Het had dus een compleet inzicht in de financiën.
Het had de medewerkers van het kantoor moeten opvallen dat er gedurende meerdere jaren facturen aan de BV’s werden verwerkt die nooit werden betaald en waarvoor ook geen aanmaningen binnenkwamen, stelt het OM. De post crediteuren liep zodoende gestaag op naar de genoemde dikke zes ton in 2014, terwijl er geen omzet was. De accountant wordt daarvoor verantwoordelijk gehouden.
Hij had geen idee
De accountant, die de aangiften accordeerde maar niet controleerde, had geen idee dat het om valse facturen ging. Hij stelde zelf wel de jaarrekeningen 2012 en 2013 samen. Bij vragen aan de broers over de wegblijvende omzet kreeg hij als antwoord dat er onderhanden werken waren die later voor omzet zouden zorgen, heel gebruikelijk in de vastgoedbranche. Pas in 2014 was de crediteurenpost zo hoog opgelopen, maar toen was de RA al gestopt met samenstellen. De reden? Zijn eigen facturen aan de broers bleven onbetaald. Uit coulance liet hij zijn medewerkers nog wel de btw-aangiften doen. “Gezien hun leeftijd en onbekendheid met digitale processen zijn we ze blijven ondersteunen.”
Het is een hard gelag voor hem dat hij voor de tuchtrechter moet verschijnen, terwijl hij zich juist zo beijvert om een goed, zorgvuldig werkend en vooral integer accountant te zijn. “Ik voel me enorm in mijn eer aangetast, het steekt me dat ik zelf slachtoffer ben geworden van frauduleuze handelingen.”
Voor alle duidelijkheid: de accountant is geen verdachte meer in het strafrechtonderzoek, de zaak tegen de broers is nog niet afgedaan.
Door Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle