Na AA ook tik op vingers RA melkveebedrijf

De zaak draait om de beëindiging van een melkveehouderij. Deze affaire is uitgelopen op een familiedrama.

Zaaknr. 19/1189 en 19/1190

Door Jan Smit

Wij schreven eerder over deze kwestie: Waarschuwing voor AA die betrokken raakte in strijd tussen moeder en zoon

Nadat de Accountantskamer de AA van een VOF, een melkveehouderij, al eerder had gewaarschuwd wegens onder meer partijdigheid bij de beëindiging van dit bedrijf, heeft nu ook een RA van hetzelfde accountantskantoor deze maatregel opgelegd gekregen.

De zaak draait om de beëindiging van een VOF, een melkveehouderij, in februari 2016. Deze affaire is uitgelopen op een heus familiedrama.

Het melkveebedrijf is gestart in 1969. De eigenaren waren een boer en diens vrouw, tevens klaagster. Na de dood van haar man zette de boerin de zaak eerst alleen voort, in 2010 kwam een zoon in de VOF. Moeder bracht grond, vee, inventaris en machines in, de zoon arbeid.

In 2015 werd besloten aan te sturen op beëindiging van de VOF. De zoon zou moeder uitkopen. Het was de bedoeling dat deze zoon – een van de zeven kinderen, zelf, samen met zijn vrouw, eigenaar van een pluimveebedrijf – de zaak zou voortzetten. De AA was accountant van de VOF van moeder en zoon en van de VOF van de zoon en diens echtgenote.

De vrouw wilde een eerlijke prijs, ze wilde haar andere kinderen niet benadelen. Maar nadat ze haar handtekening had gezet onder de overname-overeenkomst ontdekte ze dat de overnameprijs tonnen te laag was. Die prijs was mede gebaseerd op de jaarrekeningen van 2011 tot en met 2014. Grondslag daarvan vormden door de zoon aangeleverde stukken.
Volgens de vrouw en haar adviseurs was ze stelselmatig benadeeld. Zo kwamen nota’s ten laste van het veeteeltbedrijf, terwijl die eigenlijk voor het pluimveebedrijf van de zoon bedoeld waren.

Ze diende een klacht tegen de AA en diens kantoor omdat ze haar niet hadden geattendeerd op ontwikkelingen in kosten en uitgaven die niet in verhouding stonden tot de aard en omvang van het bedrijf. Belangrijke aankopen, contractuele verplichtingen en de verwerking van de herinvesteringsreserve vonden buiten haar om plaats. Eigenlijk werd ze bijna overal buiten gehouden, stelde haar advocaat.

Vooral dat laatste was voor het tuchtcollege aanleiding de AA een waarschuwing op te leggen, een uitspraak die bij het College van Beroep voor bedrijfsleven grotendeels overeind bleef. Door de vrouw te weinig te informeren en te checken of de gegevens die de zoon had aangegeven klopten, had de accountant ‘meermaals gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’, aldus het vonnis.

Inmiddels heeft de rechtbank de overname-overeenkomst wegens dwaling van de vrouw vernietigd. Daartegen heeft de zoon beroep aangetekend. Ook zijn de belastingadviseurs die de deal begeleiden berispt omdat ze niet hadden onderkend dat er een belangentegenstelling was tussen beide vennoten.

Maar daarmee was de zaak voor de vrouw nog niet klaar. Zij werd ook na de mislukte bedrijfsoverdracht door de AA en diens kantoor genegeerd. Als ze al antwoorden kreeg op vragen waren die niet adequaat, betoogde haar advocaat in oktober tijdens de nieuwe zitting. “Dit kantoor loopt gewoon aan de leiband van de zoon. In plaats van dat ze nu het lef hadden gehad met mevrouw in gesprek te gaan en te vragen: hoe gaan we nu verder?, zijn ze gewoon doorgegaan moeder te negeren. Dat neem ik hen zeer kwalijk.” 

Dit keer richtte de vrouw zich niet alleen op de AA, maar ook op de directievoorzitter van het accountantskantoor. Deze RA zou na de klacht tegen de AA de regie naar zich toe hebben getrokken en verantwoordelijk zijn voor dit dossier.

Volgens klaagster zouden er onder meer jaarrekeningen van de VOF zijn opgemaakt van 2015 tot en met 2018. De vrouw zou de AA en zijn kantoor herhaaldelijk tevergeefs om die stukken hebben gevraagd. Ze had ze nodig voor BTW-aangiftes – ze kreeg nog steeds aanslagen voor de VOF – en de aangiftes ib. Immers, omdat de overdracht was teruggedraaid, was ze nog steeds voor de helft eigenaar.

Dat was niet de enige klacht. Omdat het kantoor in haar ogen niet adequaat reageerde en ze dus niet zeker wist of de jaarrekeningen er al dan niet waren, vroeg ze herhaaldelijk of de accountants die dan alsnog wilden opstellen. Ook die verzoeken werden niet gehonoreerd.
Dat stak, omdat informatie over de gang van zaken binnen de VOF volgens de advocaat van klaagster wel was ingebracht bij het hoger beroep in de civiele zaak.
 
Om alsnog aan haar fiscale verplichtingen te kunnen voldoen, heeft de vrouw een nieuwe accountant moeten inhuren.

Volgens de AA, diens advocaat en de RA zit de zaak nogal anders in elkaar.
Er bestaan helemaal geen jaarrekeningen van de VOF over de jaren 2015 tot en met 2018. De RA destijds: “Die suggestie is pertinent onjuist. De zoon en zijn vrouw zijn met hun pluimveebedrijf ook klant bij ons. We vonden dat we voor hen iets moesten doen voor de aangifte ib. Daarom hebben we alle activiteiten meegenomen in de VOF alsof de overdracht wel zou hebben plaatsgevonden.”

Dat klaagster het kantoor – al dan niet via haar advocaat of een van haar andere zoons – heeft gevraagd de jaarrekeningen van de VOF op te maken klopt, beaamde de directievoorzitter. Een merkwaardig verzoek, meende hij, temeer omdat zij het kantoor in oktober 2016 nadrukkelijk had verzocht geen werkzaamheden meer voor haar te verrichten. 
Dat het kantoor niet aan dit verzoek heeft voldaan, staat daar overigens los van. “Een jaarrekening opstellen kan alleen wanneer beide partijen het eens zijn over de uitgangspunten. En daarvan was hier geen sprake. Bovendien had mevrouw kennelijk geen vertrouwen meer in onze professionals. Dan houdt het voor ons op,” aldus de RA.

De Accountantskamer geeft de vrouw grotendeels gelijk. Volgens de tuchtrechters heeft de RA geprobeerd tot een regeling te komen tussen beide partijen. Dit had voor hem aanleiding moeten zijn te overwegen de opdracht terug te geven. Dat heeft hij niet gedaan. In plaats daarvan is de RA werkzaamheden blijven verrichten voor de VOF zonder de vrouw daarin te kennen. Dat de vrouw in 2016 aan de RA en diens kantoor heeft gemeld dat er geen werkzaamheden meer voor het bedrijf mochten worden verricht zonder haar toestemming, had voor hem reden te meer moeten zijn haar daarover te informeren. De accountant heeft hiermee volgens het tuchtcollege de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, en objectiviteit met voeten getreden.

De AA treft dit keer volgens het vonnis geen blaam. Hem werden twee dingen aangewreven: hij zou het grootboek 2012 en 2013 hebben opgesteld zonder klaagster hierin te kennen en tweemaal hebben verzuimd aangifte omzetbelasting voor de VOF te doen. Dat leidde tot een naheffingsaanslag en een boete. Het eerste klachtonderdeel is volgens de Accountantskamer verjaard. De naheffingsaanslag en betaalverzuimboete zijn door het kantoor ongedaan gemaakt, de aangifteverzuimboete heeft het kantoor betaald. Daardoor is er volgens de uitspraak geen sprake meer van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid.

Gerelateerde artikelen