Tuchtklacht: “Vertrouwen accountantsvak geschaad door verkeerd adviseren doodzieke man”
Die vraag stond maandag centraal bij de zitting van de tuchtraad.
Zaaknr. Zaaknr. 18/556
De zaak was aangespannen door de erfgenamen van een investeerder in de groothandel. Deze man, oud-bankier en tevens adviseur van het bedrijf, verstrekte de onderneming in 2010 voor vier ton euro’s aan leningen. Het betrof een achtergestelde lening van 180.000 euro plus een bedrijfskrediet van 220.000 euro. De achtergestelde lening kon te zijner tijd worden omzet in een aandelenbelang van 30 procent.
Eind 2014 liet de investeerder de eigenaresse van de groothandel weten dat hij weer van zijn leningen af wilde. Hij sprak daarover met de eigenaresse en haar accountant, die tot 2011 zijn accountant was. De investeerder bleef wel bij het kantoor, maar kreeg een andere accountant.
Na enig brainstormen over deze zogeheten herfinanciering kwamen de investeerder, de eigenaresse van de groothandel en de accountant tot een viertal mogelijkheden. De achtergestelde lening omzetten in aandelen hoorde daar niet bij. Temeer omdat de investeerder in 2015 te horen kreeg dat hij ongeneselijk ziek was. Hij prefereerde geld voor zijn nabestaanden.
Dat geld kwam er. De groothandel sloot een levensverzekering af op naam van de investeerder. Daarmee werd de achtergestelde lening afbetaald. Het resterende krediet werd voldaan middels crowdfunding.
Begin 2016 overleed de investeerder. Zijn erfgenamen twijfelen aan de integriteit van het accountantskantoor en meer in het bijzonder die van de accountant. Volgens hen adviseerde zij de eigenaresse van de groothandel, en hield zij tegelijkertijd contact met hun vader. Die zou meerdere keren met haar hebben overlegd, onder meer via e-mails. Vader was, onder meer vanwege morfinegebruik, volgens zijn familie echter niet meer de oude. Daardoor zou hij hebben afgezien van de optie op de aandelen. Die hadden bij verkoop veel meer opgeleverd dan 180.000 euro, menen zij. Al was het maar vanwege de opgebouwde goodwill – de groothandel draaide uitstekend.
Ook betichten de erven de accountant ervan dat ze een akte van overlijden van hun vader heeft opgevraagd, terwijl dat alleen de familie is toegestaan. Dit document was nodig voor de uitbetaling van de levensverzekering. Bovendien had de accountant dit verzwegen voor de familie, terwijl de zoon van de investeerder destijds bij hetzelfde accountskantoor werkte, op nog geen tien meter van haar kantoor.
“Door een doodzieke man te adviseren, heeft de accountant het vertrouwen in kantoor en het accountantsvak ernstig geschaad,” aldus de zoon van de investeerder die sprak namens de erven.
Ze speelde geen dubbelspel, betoogde de accountant tijdens haar verweer. De investeerder was niet alleen ‘een man met een sterk karakter, een directeurstype die duidelijke taal sprak’, hij had ook zijn eigen adviseur. “Hij sprak voortdurend over zijn advocaat, ook in e-mails,” aldus de accountant. Zij had naar haar zeggen slechts een opdrachtgever: de groothandel. “Dat is ook de enige partij aan wie ik in deze herfinanciering heb gefactureerd.”
De accountant had overigens zelf ook nog wel even getwijfeld en er daarom met een jurist van kantoor over gesproken. Maar van aantasting van de integriteit – ‘bedreiging van de objectiviteit’ – was ook volgens hem geen sprake.
Van dit overleg staat echter niets op papier. Iets waar de tuchtrechters zich nogal over verbaasden.
De uitspraak: Waarschuwing voor onzorgvuldige AA
Door Jan Smit, Juridisch Persbureau Zwolle
Lees hier meer over tuchtzaken en uitspraken