Tuchtklacht over uitgeoefend pandrecht ongegrond

De Accountantskamer heeft geoordeeld dat de tuchtklacht tegen de bestuursvoorzitter van een accountantsorganisatie over een uitgeoefend pandrecht tegenover een klant van een accountant, ongegrond is.

Tijdens de zitting van de Accountantskamer vorige maand bleek dat de klager, een kleine ondernemer in de gezondheidssector, zich meegezogen voelt in een conflict tussen accountants waar hij niets mee te maken heeft. Maar de ondernemer moet mogelijk wel een dubbele rekening betalen van 16.500 euro. De maatschap waar het om gaat verricht diensten voor de aangesloten maten, zoals automatisering, personeelszaken, pensioenbetalingen, leaseauto’s en een centrale bankfinanciering. Een van de maten bleef heel erg achter met betalingen, waarna het tot een ontvlechting is gekomen. Die ontvlechting heeft grote gevolgen voor de klanten van die accountant.

Er is namelijk in de maatschap een pandrecht gevestigd, dat in dit geval ook is uitgeoefend. Het gaat in dit geval om pandrecht op debiteurenvorderingen. De klager heeft de betrokken accountant in de periode 2012/2013 keurig de rekeningen betaald, maar dat geld had naar de maatschap moeten gaan. Daar heeft de maatschap hem, en vele andere debiteuren, al in 2012 ook een brief over gestuurd, maar die zegt de  klager niet te hebben ontvangen. Hij zou pas vorig jaar op de hoogte zijn gekomen van het conflict waar hij ongewild in mee wordt getrokken.

Maar de tuchtrechter oordeelt dat de klacht over het inroepen van het pandrecht ongegrond is. ‘Het is vaste jurisprudentie dat het een accountant in beginsel vrijstaat om in zijn zakelijke betrekkingen een civielrechtelijk standpunt in te nemen, behoudens bijzondere omstandigheden. In dit geval is niet in te zien dat betrokkenen gehouden zijn te verhinderen dat zijn organisatie een beroep doet op dat pandrecht,’ aldus de Accountantskamer.

• Procedurenummer 15/400 Wtra AK

Lees ook:

• Ondernemer voelt zich meegezogen in conflict tussen accountants

Gerelateerde artikelen