Tuchtklacht ingetrokken tijdens de zitting van de Accountantskamer

Een bijzondere sessie vorige week vrijdag bij de Accountantskamer. De vrouw die een klacht had ingediend tegen een AA omdat zij vindt dat ze financieel benadeeld werd doordat haar ex en de accountant haar geen informatie wilden verstrekken over zijn zakelijke besognes, trok deze nog tijdens de zitting in.
De AA was sinds 2015 samenstellend accountant van een aantal vennootschappen van de voormalige echtgenoot van de vrouw. Ook verzorgde hij de ib-aangiften van het echtpaar. Daarnaast waren de AA en haar ex beiden tevens mede-eigenaar van het bedrijvenpand waar zowel de accountant als haar ex kantoor houdt.
Fouten en omissies
Het echtpaar, getrouwd in gemeenschap van goederen, scheidde vorig jaar. Voor de vrouw, werkzaam in de zorg, een reden om zich eens goed te verdiepen in de gang van zaken bij de vennootschappen van haar ex en de ib-aangiftes. Ze ontdekte ‘fouten’ en ‘omissies’ in de jaarrekeningen van de vennootschappen en de ib-aangiften en vreemde waarderingen en transacties.
Als voorbeeld noemde ze een lening die haar ex zou hebben verstrekt aan zijn beste vriend. Hij zou deze vriend 250.000 euro hebben geleend voor de aankoop van een belang in een van zijn panden tegen een rente van vijf procent. Dit omdat de vriend volgens haar geen banklening kon krijgen. Niet alleen is dit percentage volgens haar veel te laag, de betaalde rente staat volgens haar ook niet in de jaarrekeningen. “Dat schaadt mijn positie.”
Geen inzage meer in de aangiftes
Vreemd vond ze ook dat ze vanaf 2020 ineens geen inzage meer had gehad in de aangiftes ib van haar ex. Kortom: alle reden om bij de accountant aan te kloppen met vragen. Maar daar ving ze bot. Waarop de vrouw besloot een tuchtklacht tegen de AA in te dienen. Ze vond dat hij informatie achterhield, onvoldoende rekening had gehouden met haar belangen en dus zijn zorgplicht had verzaakt.
Ook betichtte zij de accountant van belangenverstrengeling. Verder zou er een valse handtekening van haar staan onder de opdrachtbevestiging en zou de AA hebben verzuimd te controleren of deze wel van haar was. Daarmee handelde de accountant volgens haar in strijd met de fundamentele beginselen van objectiviteit, integriteit, transparantie en professionaliteit.
Aan het verkeerde adres
Maar volgens Daan de Bruin, advocaat van de AA, was de vrouw met haar klacht aan het verkeerde adres. Zijn client had slechts een samenstellings- en geen controleopdracht en dus geen adviserende rol. Hij had bovendien geheimhoudingsplicht. “Als mevrouw zich benadeeld voelt, moet ze bij haar ex zijn. Hij is bestuurder van de vennootschappen. Mijn client mag haar daar niet eens over informeren”, aldus de advocaat.
De tuchtrechters was niet helemaal duidelijk wat de klacht van de vrouw nu precies behelsde. Reden voor de voorzitter deze af te pellen en vervolgens per onderdeel te behandelen. Eerste onderdeel: de valse handtekening onder de opdrachtbevestiging. Vreemd, vond de vrouw, temeer daar zij haar ex wekelijks op zijn kantoor bezocht. Een kantoor dat zo’n beetje grenst aan dat van de AA. “Ik had die handtekening dus zo kunnen zetten.”
Twee handtekeningen
Had de AA dit niet moeten verifiëren, zo hield een van de leden van het tuchtcollege hem voor. “Ik heb de opdrachtbevestiging met twee handtekeningen teruggekregen van haar toenmalige echtgenoot”, zo luidde de reactie van de accountant. “Er was geen reden om aan de echtheid te twijfelen.”
Dat de vrouw vanaf 2020 geen inzage meer kreeg in de ib-aangiftes van haar toenmalige man, leek ook een onderdeel van de klacht. Maar dat liet zich volgens de AA eenvoudig verklaren. “Dat komt door nieuwe software. Vanaf 2020 zijn we alleen nog maar gesplitste ib-aangiftes gaan versturen. Aan alle cliënten, niet alleen aan mevrouw.”
Miscommunicatie
Het waarom van het niet informeren gedurende de opdracht was al opgehelderd. Bleef over waarom de AA daarna geen vragen had willen beantwoorden. Een kwestie van miscommunicatie, zo bleek. Er was een gesprek geweest tussen een adviseur van de vrouw en de AA. Een gesprek waarover de adviseur vertelde dat hij alle vragen van de vrouw had gesteld, maar geen antwoorden had gekregen, terwijl de AA beweerde dat hem ‘niets’ was gevraagd.
Ook de vermeende belangenverstrengeling bleek al snel minder pregnant dan vermeend. De AA had via de maatschap slechte een relatief klein belang van vijf procent in het bedrijfspand waarin ook de ex-van klaagster participeerde. Een participatie waarmee hij in de praktijk bovendien nagenoeg geen bemoeienis heeft. De maatschap wordt bestierd door twee compagnons.
Brood uit de mond stoten
Omdat inmiddels bijna alle klachtonderdelen waren behandeld en daar gedurende de rit weinig meer van overbleef, vroeg een van de leden of de vrouw de klacht uberhaupt nog wel overeind wilde houden. Een suggestie waarop de vrouw na enig respijt negatief op reageerde.
“Ik ben er niet op uit om deze accountant het brood uit de mond te stoten. Maar ik vind het wel onrechtvaardig dat ik geen inzicht kan krijgen in het financiële reilen en zeilen van de vennootschappen en ib-aangiften van mijn man. We zijn pers slot van rekening in gemeenschap van goederen getrouwd. Ik heb hem wel regelmatig gevraagd hoe de vlag erbij hing. Maar als ik daarover begon kreeg ik telkens een grote mond. Ik moest mij niet bemoeien met zaken die mij niet aangingen. Ik had gehoopt dat de accountant mij die informatie wel kon geven.”