‘Tuchtklachten als matroesjka’s’

Voor de derde keer behandelde de Accountantskamer vrijdagochtend een klacht van een van fraude verdachte ex-ambtenaar van de gemeente Rotterdam tegen een aantal accountants van KPMG.

Zaaknrs. 17/2472 17/2474 17/2474 17/2476

Eerder over deze zaak verschenen
Ex-ambtenaar Rotterdam klaagt accountants KPMG aan
Accountants in onderzoek naar verdwenen 1,5 miljoen opnieuw gedaagd

Een weerzien dat bij een van de leden van het college de vraag deed rijzen of de voormalige ambtenaar niet in herhaling valt. “U dient een klacht in. Daarop volgt verweer. Vervolgens dient u weer een klacht in over dit verweer… Het doet mij denken aan matroesjka’s: telkens tovert u een nieuw poppetje tevoorschijn. Ik kon alle stukken nog maar net in mijn rolkoffer krijgen.”

De klager dacht daar duidelijk anders over. Het klopt dat hij nu drie keer een klacht heeft ingediend. De eerste keer was in 2016. Die klacht werd ongegrond verklaard. Daartegen heeft de man beroep aangetekend; dat dient de volgende week bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). De tweede klacht verklaarde de Accountantskamer onlangs niet ontvankelijk omdat deze buiten de verjaringstermijn valt. 

De klacht van vrijdag is een vervolg op de eerste klacht. Maar van een herhaling van zetten is volgens de klager geen sprake. De nieuwe klacht gaat volgens hem over zaken die de accountants van KPMG en hun advocaten tijdens de behandeling van de eerste zaak zelf hebben ingebracht. Nieuwe ‘omissies en leugens’, aldus de klager – vandaar deze nieuwe klacht.

Alle klachten hebben direct of indirect betrekking op twee onderzoeken naar de ex-ambtenaar die KPMG in 2014 en 2015 op verzoek van de gemeente Rotterdam heeft verricht. De gemeente beschuldigt de man van fraude. Hij zou vrienden hebben gevraagd via hun BV’s facturen in te dienen voor projecten ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Die facturen accordeerde de verdachte zelf namens de gemeente. Vervolgens stuurde hij die BV’s facturen namens zijn eigen vennootschap voor een iets lager bedrag. Op die manier zou de man zich voor zo’n 1,5 miljoen euro hebben verrijkt, zonder dat daar prestaties tegenover stonden. 

De rechtbank heeft inmiddels geoordeeld dat hij dit geld moet terugbetalen. Ook heeft de gemeente, mede op basis van de onderzoeken, aangifte tegen hem gedaan.

Volgens de ambtenaar rammelen de rapporten en het verweerschrift van KPMG aan alle kanten. “Ze staan bol van losse eindjes, beweringen die niet gestoeld zijn op feiten, aannames die niet worden waargemaakt en onwaarheden: zeg maar gewoon leugens. De eerlijkheid en oprechtheid bij deze accountants is ver te zoeken.”

Hij beticht de KPMG-accountants – in de vorige zaak drie, dit keer vier onder wie drie RA’s – onder meer van een phishing expedition, het aan hem onthouden van het recht op wederhoor, leugens en het gebruik van conceptverslagen en –notulen, waardoor hij zou zijn benadeeld.

Van hengelen zou onder mee sprake zijn geweest bij Divosa, een organisatie die los staat van de gemeente en dat alleen omdat hij daar volgens de accountants vanuit de gemeente bij betrokken zou zijn. Dat laatste is volgens hem onjuist. Bovendien zou de gemeente KPMG helemaal geen opdracht hebben gegeven de banden met Divosa door te lichten.

Het recht op wederhoor zou hem in 2014 zijn onthouden bij de conceptversie van het eerste rapport.

Maar het overgrote deel van zijn in totaal 47 klachten ging over onwaarheden in het verweerschrift en bij de behandeling van de eerste klacht. Als voorbeeld noemde hij de aantijging dat hij als budgethouder facturen van BV’s van vrienden zou hebben geaccordeerd. Daarvan was volgens de man geen sprake – iets waarvoor hij bewijzen zou hebben overhandigd. Desondanks persisteren de accountants.

Volgens de accountants is de klacht grotendeels wel een herhaling van zetten. “Feiten die in de eerste zaak ongegrond zijn verklaard, worden weer opgerakeld. Die onuitputtelijke bewijslast is voor verweerders en de voor de Accountantskamer onacceptabel,” betoogde Willemijn van den Berg, een van de twee advocaten van de accountants. “Het moet een keer klaar zijn.”

Een phishing expedition was volgens de advocate niet aan de orde. “Je doet onderzoek, dan stuit je op een nieuwe geldstroom. Daar moet je iets mee als onderzoeker. Dat lijkt me evident.”

Ook zou de klager in 2014 wel gelegenheid hebben gehad te reageren op het eerste conceptrapport.

De advocaten bepleitten daarom dat ook deze klacht niet ontvankelijk wordt verklaard.

[29-03-2019] De uispraak: Van fraude verdachte ex-ambtenaar haalt opnieuw bakzeil

Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen