‘Tuchtklacht geboren uit teleurstelling om mislukte samenwerking’
Zaaknr. 20/2447
Het samengaan van twee ondernemers leidde tot het faillissement van hun samenwerkingsverband. De accountant die de twee heren samenbracht, krijgt vervolgens een tuchtklacht aan de broek.
De accountant stond namelijk beide ondernemers bij. Hoe kon hij het belang van beide heren tegelijk dienen? Of is de tuchtklacht de voortzetting van een dreigement aan de accountant? Hij kreeg te horen dat als hij zijn vorderingen tegen de klager niet liet vallen, hij voor de tuchtrechter moest verschijnen, zei de beklaagde vrijdag in de Accountantskamer.
Samenwerking
In 2017 vroeg een ondernemer in binnen- en buitenreclames aan zijn accountant of hij aan een klant van hem eens wilde vragen of er te praten viel over een samenwerking. Die klant van de accountant, en de klager in deze tuchtzaak, zag de samenwerking wel zitten. De accountant begeleidde de voorbereiding, zo zei hij zelf, maar raadde beide ondernemers aan om zelf een adviseur in de hand te nemen.
De klager zegt dat hij geen kundig adviseur had. Want hij had immers de accountant toch die hem, als vertrouwenspersoon, terzijde stond? Tot hij via een onderschepte mail ontdekte dat de accountant ook de andere ondernemer forse rekeningen stuurde. Dus ook hij kreeg uitgebreide adviezen van de accountant, zo concludeerde hij. De beklaagde probeert zijn rol kleiner te maken dan die was, zei advocaat R. van Dijk. “Maar hij was de regisseur, de spin in het web. Hij stelde de waarderingen op, schreef overeenkomsten en wekte vertrouwen bij de klager.''
Pas in juni, twee maanden na het eerste contact tussen de twee ondernemers, gaf hij aan dat de ondernemers elk een eigen adviseur in handen moesten nemen. “Daarvoor diende hij twee heren. Maar wiens belang diende hij?” De accountant factureerde voor 80.000 euro bij de andere ondernemer. Dus het advies dat hij hem gaf, was 'zeer uitgebreid'.
Ook de adviseurs die de accountant aandroeg, kwamen allemaal uit zijn koker. Pas toen de klager een kundig adviseur in de hand nam, stopte de accountant met zijn werkzaamheden. Advocaat Jan Garvelink zag geen concrete schendingen van de objectiviteit door zijn cliënt. “Kijk je naar de feiten dan heeft hij zich keurig aan zijn rol gehouden.'' Bovendien heeft hij nooit bepleit dat de accountant slechts een marginale rol speelde. “Deze zaak gaat over een mislukte samenwerking. Men heeft er echter niet van gemaakt wat er in zat. Deze klacht is geboren uit teleurstelling.”
Want waar zou de accountant de klager dan benadeeld hebben? Over welke verkeerde adviezen hebben we het dan? De indruk wordt volgens Garvelink gewekt dat de klager ernstig benadeeld is. Maar dat is alleen ten opzichte van zijn eigen prognoses. En juist die zaten ver van de werkelijkheid. “Kijk je naar de concrete cijfers dan ontstaat een heel ander beeld.''
De accountant is zich ook bewust geweest van een mogelijke bedreiging voor zijn objectiviteit. “Er werd gekeken naar een vorm van samenwerking. Maar als we verder gaan, dan moeten jullie elk een eigen adviseur nemen'', adviseerde de accountant. Een opdrachtbevestiging zit echter niet in zijn dossier. Een fout die niet snel nog eens maakt, voegde zijn raadsman toe. Dat de klager onvoldoende bijstand had, dat ging er bij de accountant niet in. De 'assistent accountant' die de klager hielp, deed meer dan wat licht administratief werk. Hij was ooit directeur van een grotere onderneming en zat aandeelhoudersvergaderingen voor. “Ik heb naar eer en geweten mijn werk gedaan.''
De uitspraak: Waarschuwing na klacht over mislukte samenwerking ondernemers