Transitievergoeding steeds vaker uitgangspunt bij bedrijfsreorganisaties

De transitievergoeding is steeds vaker het uitgangspunt bij bedrijfsreorganisaties. Bijna de helft van de in 2016 afgesloten sociale plannen gaat reeds uit van de nieuwe wettelijke ontslagvergoeding. Naar verwachting zal de oude berekeningssystematiek voor de ontslagvergoeding, de kantonrechtersformule, de komende twee jaar helemaal verdwijnen.

Dat meldt werkgeversvereniging AWVN in haar maandelijkse bericht over het verloop van het arbeidsvoorwaardenoverleg. 

Van de 56 sociale plannen die in 2016 werden afgesloten, waren 26 gebaseerd op de transitievergoeding. Eveneens 26 waren nog gebaseerd op de kantonrechterformule. De rest hanteerde een ander uitgangspunt voor het bepalen van de ontslagvergoeding.  

De transitievergoeding is in de wet opgenomen sinds 1 juli 2015 als onderdeel van de Wet werk en zekerheid, waarin het ontslagrecht ingrijpend werd gewijzigd. De transitievergoeding is onder meer bedoeld om ontslagen werknemers in staat te stellen om bijvoorbeeld bij- of omscholing te volgen. Het staat bedrijven vrij om de ‘kale’ transitievergoeding toe te passen of in een sociaal plan iets ‘extra’s’ af te spreken. Dat laatste is in driekwart van de regelingen met een transitievergoeding het geval. Daarbij gaat het om vermenigvuldiging van de transitievergoeding met een factor of om bijvoorbeeld een extra vergoeding voor werknemers die aangeven direct te zullen vertrekken. 

Het cao-seizoen als zodanig verloopt tot dusver zonder noemenswaardige problemen. Het aantal conflicten en het aantal stakingsdagen blijft laag. In oktober kwamen 9 nieuwe cao’s tot stand. De gemiddelde afgesproken loonstijging in die cao’s is 1,34 procent. Dat is lager dan het jaargemiddelde van 1,49 procent.

In 2016 verlopen in totaal 436 cao’s. Tot en met oktober zijn 256 daarvan – 59 procent – al vernieuwd. Procentueel is dat evenveel als in vorige jaren. De lage oktober-score leidt niet tot een achterstand.

Gerelateerde artikelen