Tot vier jaar cel geëist tegen vastgoedbroers voor belastingfraude
Uit het onderzoek blijkt dat de broers fictieve investeringen deden en die in mindering brachten bij de fiscus, zodat ze minder vennootschapsbelasting hoefden te betalen. Zo werd er door hun vastgoedbedrijven zogenaamd circa 120 miljoen euro geïnvesteerd in een vakantieressort in Montenegro. Daarvoor moest een maquette gemaakt worden, een videoband, een rapport en er moest zelfs een presentatie over het project gegeven worden aan een minister van Montenegro. Het vakantieressort is er nooit gekomen, de 120 miljoen euro zijn nooit echt geïnvesteerd. Daarnaast kocht een van de verdachten zogenaamd een jacht voor 22 miljoen euro. De in rekening gebrachte btw werd ten onrechte teruggevraagd bij de Belastingdienst. Ook hebben verdachten ten onrechte een bedrag van ruim 5 miljoen euro afgeschreven op een kantoorpand in Beek.
De rechtbank heeft de twee broers op 12 april 2013 veroordeeld tot respectievelijk twee jaar en 30 maanden gevangenisstraf. Zowel het OM als verdachten zijn tegen de veroordeling in hoger beroep gegaan. Het OM was het niet eens met de vrijspraak van verdachten voor een aantal feiten en kon zich daarnaast, gelet op de hoogte van het nadeel voor de fiscus, niet vinden in de hoogte van de aan verdachten opgelegde straffen. Tegen de financieel directeur van de vastgoedgroep eiste de advocaat-generaal dezelfde straf die hem eerder door de rechtbank was opgelegd; een werkstraf van 240 uur en een geldboete van 30.000 euro.
Het hof doet (naar verwachting) uitspraak op 6 oktober.