Toezichthouder wil meer inzicht in risico’s van energietransitie
Veiligheid moet een grotere rol spelen in alle plannen om Nederland van fossiele brandstoffen over te laten stappen op schonere alternatieven, vindt het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Doordat veel projecten met bijvoorbeeld waterstof nog in een experimentele fase zitten, is volgens de toezichthouder nog niet alles duidelijk over eventuele risico's.
Zo is het volgens het SodM nog onzeker waar het mogelijk is om waterstof veilig op te slaan en in welke hoeveelheden. Voorstanders van waterstof hebben bijvoorbeeld hoge verwachtingen van de opslag van deze energiedrager in ondergrondse zoutcavernes, zoals die in de provincie Groningen. Maar het SodM zet in zijn nieuwste jaarrapport kanttekeningen bij te optimistische verwachtingen van die holtes die ontstaan na zoutwinning.
Mogelijke risico's bij nieuwe energievormen
De toezichthouder wil daarom op tijd aandacht voor mogelijke veiligheidsrisico's bij nieuwe energievormen. Dat moet het ook mogelijk maken om op tijd alternatieven voorhanden te hebben, mocht een plan uiteindelijk te onveilig blijken. Voor de opslag van waterstof oppert het SodM bijvoorbeeld opslag onder de bodem van de Noordzee als mogelijke uitwijkroute.
Ook bij het ontmantelen van oude installaties voor fossiele energie verwacht het SodM extra goed te moeten letten op de veiligheid. Het gaat bijvoorbeeld over installaties zoals bij het Groningen-gasveld of mijnbouwlocaties.
Kijken met een technische bril
In het nieuwste jaarplan zegt het SodM ook te lang alleen met "een technische bril" naar de veiligheid rond energieprojecten en mijnbouw te hebben gekeken. De onvrede van Groningers over de aardbevingsproblematiek door de gaswinning heeft dat duidelijk gemaakt. Ook daalt het vertrouwen van burgers in overheden en bedrijven.
(tekst loopt verder onder het blok)
In de toekomst wil het SodM daarom meer oog hebben voor wat burgers vinden en merken van energieprojecten. Zo roept de instantie gasnetbeheerders op om ook vanuit het perspectief van omwonenden te kijken naar mogelijke zorgen over de uitbreiding van hun netwerken, bijvoorbeeld voor het vervoer van waterstof of groengas. (ANP)