Toestand van vóór verkrijging rechtens hersteld; teruggave overdrachtsbelasting

De omstandigheid dat een vooruitbetaling op een koopsom niet is gerestitueerd bij het intreden van een ontbindende voorwaarde staat aan de te verlenen teruggaaf van overdrachtsbelasting niet in de weg, zo heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep geoordeeld.

Een bv heeft bij akte van levering van 14 februari 2012 een onroerende zaak verkregen (boerderij, verdere opstallen, erf en land). De overeengekomen koopsom is € 1.000.000.
Partijen zijn blijkens de akte van levering overeengekomen dat de bv aan de verkoper € 2.000 per maand betaalt, en dat de aldus uitgekeerde bedragen in mindering komen op de op de betaaldatum verschuldigde koopprijs. Zij zijn daarbij tevens overeengekomen dat de bv geen recht heeft op restitutie van die bedragen in geval van intreden van een ontbindende voorwaarde. De bv heeft aldus gedurende een periode van 20 maanden van de koopsom een bedrag van in totaal € 40.000 voldaan.

Door het intreden van een ontbindende voorwaarde is de eigendom van de onroerende zaak per 1 oktober 2014 weer bij de verkoper komen te berusten. De bv heeft de Inspecteur verzocht om teruggaaf te verlenen voor het aan overdrachtsbelasting voldane bedrag van € 24.040. De Inspecteur heeft het verzoek afgewezen. Hij meent dat voor de toepassing van artikel 19 Wet BRV sprake dient te zijn van een volledig herstel, en dat die in het onderhavige geval niet is opgetreden, aangezien een bedrag van € 40.000 op de koopsom is vooruitbetaald, welk bedrag niet behoefde te worden terugbetaald en ook niet is terugbetaald.

Hof Arnhem-Leeuwarden geeft de Inspecteur geen gelijk. De bepalingen in de akte van levering kunnen in redelijkheid niet anders worden gelezen dan als een vastlegging van enerzijds de betaling van de koopsom van € 1.000.000 en anderzijds een afzonderlijk overeengekomen betaling door de bv van een bedrag van € 2.000 per maand voor het geval de ontbindende voorwaarde zou intreden. Die betaling kon in geval van intreden van de ontbindende voorwaarde geen betrekking hebben op de verkrijging, en derhalve geen onderdeel uitmaken van de tegenprestatie daarvoor.

Dit brengt mee dat moet worden geoordeeld dat de toestand van voor de verkrijging zowel feitelijk als rechtens is hersteld door de vervulling van de ontbindende voorwaarde. De Inspecteur had daarom het verzoek om teruggaaf moeten honoreren.

(Bron: Fiscanet)

 

Gerelateerde artikelen