Toename elektronisch betalen, maar niet minder cash in omloop

Het gebruik van betaalkaarten in het Europese betalingsverkeer neemt sterk toe. In 2015 bedroeg het aantal transacties met bankpas en creditcard in alle EU-landen 53 miljard: een stijging van maar liefst 11,5% ten opzichte van 2014. Maar opvallend genoeg gaat deze toename niet gepaard met minder contant geld: de hoeveelheid cash die in 2015 in omloop was, lag 7,6% hoger dan het jaar ervoor.

Dat blijkt uit een analyse van G4S, op basis van nieuwe statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) over het betalingsverkeer in de EU.

Cash: hogere opnamebedragen en meer behoefte aan cash

In 2015 was in de EU € 1.240 miljard aan cash in omloop: 7,6% meer dan in 2014. De waarde van opnames bij geldautomaten (ATM’s) steeg naar een totaal van € 1.597 miljard: een toename met 8,4%. Het aantal geldopnames (12,4 miljard) bleef echter stabiel. Dat betekende dat het gemiddelde opnamebedrag sterk steeg: met € 128,91 lag dit 13% hoger dan in 2014. Paul van der Knaap, Managing Director Cash bij G4S: "Deze opvallende stijging heeft deels te maken met een afname van het aantal distributiepunten voor cash, zoals ATM’s en bankkantoren. Consumenten zijn door de afnemende toegankelijkheid geneigd om hogere bedragen per keer op te nemen. Maar een andere verklaring is dat de behoefte aan cash onder Europese consumenten blijkbaar toeneemt, ondanks de afnemende toegankelijkheid van cash."

Meer betaalkaarten en betaalterminals

Betaalkaarten (bankpas, creditcard) zijn het belangrijkste alternatief voor cash. Dat geldt met name voor de retail- en consumentenomgeving. De 53 miljard Europese transacties in 2015 hadden een gemiddelde transactiewaarde van € 49 en een totale waarde van € 2.583 miljard. Het aantal uitgegeven betaalkaarten in Europa nam met 1,8% toe tot 781 miljoen stuks. Dat komt neer op ongeveer 1,5 betaalkaart per EU-inwoner. Ook het aantal POS-terminals (plekken waar met de betaalkaart betaald kan worden) steeg, en wel met 6,2% tot 11,2 miljoen.

Nederland versus Europa

De analyse van G4S van de ECB-statistieken laat een aantal opvallende verschillen zien tussen het Nederlandse en het EU-betalingsverkeer. Zo lag de toename van het aantal POS-terminals in Nederland beduidend hoger dan het EU-gemiddelde: 11,6% versus 6,5%. Daarentegen nam de waarde van ATM-geldopnamen in Nederland veel minder toe dan in de rest van Europa: 0,8% tegenover 8,4%. Dat kan samenhangen met de relatief goede bereikbaarheid van geldautomaten in Nederland, waardoor mensen niet per se hogere bedragen per keer behoeven op te nemen. Het aantal ATM-opnamen daalde in Nederland behoorlijk (met 6,2%), terwijl dit in de EU licht toenam (een plusje van 0,1%). Ook de toename van de gemiddelde waarde van een opname bij een geldautomaat was in Nederland lager dan elders (7,4% respectievelijk 13%). In absolute bedragen bevindt Nederland zich met een gemiddelde waarde van € 133,70 licht boven het Europese gemiddelde van € 128,91.

Van der Knaap: "Hoewel we zien dat zowel elektronisch als contant betalen qua volume toeneemt, is onze verwachting dat het gebruik van contant geld door de consument de komende jaren zal afnemen. G4S streeft er dan ook naar datgene te bieden wat een klant nodig heeft: een totaalpakket aan betaaloplossingen vanuit één leverancier. Niet alleen voor contante betalingen maar ook voor het elektronische verkeer. Samen met de juiste partners, de nieuwste technologie en de beste mensen.”

Gerelateerde artikelen