Accountant ziet in dat conclusies niet in rapport thuis hoorden
Door Michiel Satink
Zaaknr. 22/318
“Na het uitkomen van het rapport heb ik vrij snel geconcludeerd dat dit zo niet had gemoeten'', zei de beklaagde accountant maandag in de Accountantskamer. Het rapport gaat over de financiële afwikkeling van de geplande bouw van 53 koopwoningen. Daar werden er maar 33 van voltooid – met daarnaast 20 woningen voor sociale huur – waardoor de projectontwikkelaar uit Zierikzee, met wie de klager in dit project samenwerkte, achteraf argwaan kreeg over de kostenverdeling.
De accountant deed op de zitting uit de doeken hoe dat rapport tot stand kwam. Bij een dergelijke samenwerkingsovereenkomst is het normaal elkaar lopende het traject te informeren. Dat gebeurde hier niet. In 2019 ontstond discussie over de financiële afwikkeling en de projectontwikkelaar vroeg de betrokken accountant alles voor hem in een rapport op een rijtje te zetten. “Mijn cliënt vroeg me op papier te zetten wat de verschillen waren tussen wat hij had gekregen en hoe het zou kunnen of zou moeten zijn.'' In deze feitelijke inventarisatie, opgesteld als Cos 4400-n-rapport, trok de accountant echter ook conclusies. Iets dat niet hoort bij een dergelijk rapport. Daarom trok hij zijn rapport al snel weer terug, zei hij de tuchtrechter.
Volgens de klager trok hij terecht maar te laat die conclusie. Het kwaad was immers al geschied want de projectontwikkelaar heeft al uitgebreid beroep gedaan op dat rapport. “Ook daar is het gegrond verklaren van de klacht van belang bij het voeren van een bodemprocedure'', zei advocaat Ivar Köhne. Want een civiele zaak lijkt wel degelijk op stapel te staan. “Mijn cliënt wordt aansprakelijk gesteld van de gevolgen van die rapportage'', aldus Köhne. In dat rapport zou ook staan dat vragen over het project 'onbeantwoord zijn gebleven'. “Er zit geen mail tussen de stukken met die vragen. De reden daarvoor is simpel: alle gestelde vragen zijn beantwoord.''
De rode draad van de klacht is dat de accountant zijn titel misbruikt om ,,druk uit te oefenen op cliënt'', zegt de raadsman. “Dit door ongefundeerd te roepen: dit kan niet kloppen. Als ik dan lees dat met dit rapport gepoogd is een bijdrage te leveren aan het inhoudelijk geschil dan heb je als accountant de plank volledig misgeslagen.''
Volgens de gemachtigde van de accountant heeft dit rapport geen waarde in een eventuele vervolgprocedure omdat het al zo snel is ingetrokken. “Hij heeft al helemaal geen oneigenlijke druk willen uitoefenen. Dat verwijt kan ook andersom werken maar wij blijven weg van die discussie.''
Het rapport had zo niet gemoeten en dat heeft de accountant zich op tijd gerealiseerd. Het is een fout die hij niet weer zal maken, zo luidde het verweer. “Met name dat ik conclusies trek is niet juist'', zei de gewraakte accountant zelf. “En ik heb toestemming gegeven aan de advocaat dit rapport te gebruiken in de discussie. Dat had niet gemoeten.''
Trok hij dat rapport nou in onder de voorwaarde dat de klager zijn klacht zou intrekken, vroeg de voorzitter. “Ik heb letterlijk geschreven dat wij vinden dat de inhoudelijke discussie niet in de Accountantskamer thuis hoort en dat we het logisch vinden dat bij intrekking van het rapport ook de klacht wordt ingetrokken. Zo heb ik het bedoeld.''
De uitspraak volgt binnen vijftien weken.