Toch waarschuwing voor hoogleraar accountancy
Zaaknr. 16/699 | 16/700
Eerder gepubliceerd:
– Tuchtklacht tegen hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer
– Hoogleraar accountancy 'trok foute conclusies'
– Tuchtrechter: hoogleraar accountancy niet vooringenomen bij onderzoek
Van een lange waslijst aan klachten ingediend tegen de hoogleraar forensische accountancy bleven in hoger beroep slechts enkele punten overeind, maar die zijn voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven wel cruciaal.
Pheijffer werd in mei 2015 door Commissaris van de Koning Johan Remkes gevraagd een onderzoek te doen naar de vergoedingen die de toenmalig burgemeester van Bussum kreeg. Burgemeester Henk Heijman kreeg een pensionkostenvergoeding omdat hij niet in de gemeente woonde. Formeel moet de gemeenteraad de burgemeester uitstel verlenen van verhuizing. Iets dat nooit op papier is gezet, maar 'materieel' wel degelijk door de gemeenteraad werd toegestaan, zo concludeerde de hoogleraar. Immers, iedereen wist dat de burgemeester niet in de gemeente Bussum woonde. Hij kreeg een jaar de tijd dat alsnog te regelen. Onder meer werd gesteld dat hij zijn woning niet kon verkopen. Pas veel later bleek dat niet om zijn woning in Oost-Gelre te gaan, maar om een vakantieverblijf in Frankrijk, stelde een van de raadsleden van klagers op de zitting bij de Accountantskamer in januari 2016. Nog tijdens het onderzoek deed de burgemeester een stap terug.
Politieke partij Hart voor Bussum meent dat er sprake was van sturing door de Commissaris van de Koning, zo stelde ze in hoger beroep. Een gesprek op 8 juni 2015, drie dagen voor het opstappen van de burgemeester, leidt zelfs tot een schijn van gebrek aan objectiviteit, meende de partij. Bij dat gesprek waren onder meer de commissaris en de accountant aanwezig. Onderwerp was of er nog draagvlak was voor de burgemeester om aan te blijven. In het rapport staat dat dit gesprek op verzoek van de accountant plaats had en dat hij in dat onderhoud een tussenstand van het onderzoek had weergegeven. Bij de Accountantskamer verklaarde hij dat hem gevraagd werd dat onderhoud bij te wonen en dat het inderdaad ging over het aanhouden van de burgemeester. Dat hier dus een discrepantie in zit ten aanzien van het rapport, is onvoldoende voor het College om aan te nemen dat de accountant zich onvoldoende objectief had opgesteld.
Rechtmatig
Maar waren die vergoedingen nu rechtmatig? Dat begrip, dat centraal stond in de onderzoeksvraag, ontbrak echter in het rapport. Uit het rapport valt wel af te leiden dat de onderzoeker is nagegaan of de vergoedingen die de burgemeester ontving, zijn toegekend in overeenstemming met de wettelijke regels. ,,Wat die regels precies behelzen en waaruit volgt dat ze van toepassing of relevant zijn, staat niet (helder genoeg) in het rapport. Voor een goed begrip van het oordeel van betrokkene door de gebruikers van het rapport die geen accountant of jurist zijn, was dat wel geboden'', stelt het College, ook omdat het rapport niet alleen aan de gemeenteraad van Bussum beschikbaar werd gesteld, maar tevens openbaar is gemaakt. Daarmee handelde hij in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
Formeel was er door de gemeenteraad geen besluit genomen voor de ontheffing van de vereiste dat de burgemeester in de woonplaats woont, waar hij werkt. 'Materieel' was dat besluit wel genomen, stelde de accountant, omdat niet geheim was dat de burgemeester elders woonde. Heijman kon en mocht ervan uitgaan dat hem toestemming was verleend. Fractievoorzitters gaven ook aan dat dit een gevolg was van een voorgenomen fusie door de gemeente Bussum. Het werd domweg gedoogd. Ten aanzien van een reiskostenvergoeding is niets onrechtmatigs gebeurd, staat in het rapport. ,,Het lijkt erop dat de conclusie ten aanzien van de reiskosten voortvloeit uit de overwegingen ten aanzien van de pensionkostenvergoeding'', vindt het College. Uit het rapport valt daarnaast niet goed op te maken of deze reiskostenvergoeding alleen ziet op de reiskosten tussen zijn toenmalige woonplaats (Oost-Gelre) en zijn daadwerkelijke verblijfplaats (Huis ter Heide). Een nadere uitleg van de door de accountant gebruikte termen 'materiële' en 'formele' rechtmatigheid is hier nodig, maar ontbreekt, stelt het College.
De Accountantskamer zag dat ook maar legde geen maatregel op. Dat mag alleen als er ,,sprake is van een zodanig geringe verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van een accountant of waarin de verwijtbare gedraging anderszins van zodanig geringe betekenis is''. Van zo'n situatie is hier geen sprake, meent het College. Het gaat om een serieus verwijt aan de accountant nu geoordeeld is dat zijn conclusies omtrent de rechtmatigheid van de vergoedingen een deugdelijke grondslag ontberen. Ook wist hij dat zijn bevindingen van belang waren voor het openbaar te voeren debat in Bussum over het functioneren van de burgemeester. Hij had zorgvuldiger moeten zijn. De klacht van Hart voor Bussum dat de tuchtrechter niet van het opleggen van een maatregel had mogen afzien, treft hier doel, stelt het College. Ze legt daarom een waarschuwing op.
Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle