Kan er toch dividendbelasting verschuldigd zijn in een internationale structuur?
Door mr. drs. Martijn van der Kroon
Het Hof Den Haag oordeelde onlangs dat een DGA in een internationale structuur dividendbelasting verschuldigd was, omdat sprake zou zijn van een volstrekt kunstmatige constructie. De aankomende wijzigingen in de dividendbelasting in Nederland en de wijzigingen die op internationaal gebied op stapel staan vanuit de OESO, maken dat er in de toekomst nog sneller belasting verschuldigd is. Wij lichten de ontwikkelingen graag toe.
Recente rechtspraak
In de uitspraak van Hof Den Haag van 5 december 2017 hield een DGA via een holding-BV een belang in een werkmaatschappij. Als eerste stap verhuisde de DGA naar het Verenigd Koninkrijk. De holding-BV verhuisde vervolgens naar Luxemburg. Na deze stappen deed de Nederlandse werkmaatschappij een dividenduitkering aan de holding-BV.
Een dergelijke dividenduitkering is binnen de Europese Unie in principe vrijgesteld van dividendbelasting, tenzij sprake is van ‘een volstrekt kunstmatige constructie’ én het ontgaan van Nederlandse belastingheffing. De belastingplichtige kon in dit kader geen inzicht verschaffen in de reden voor de zetelverplaatsing van de holding naar Luxemburg.
Het Hof Den Haag constateert dat de verplaatsing van de holding-BV tot gevolg heeft dat geen Nederlandse dividendbelasting meer is verschuldigd bij een dividenduitkering door holding-BV. Doordat er geen redenen zijn voor de verplaatsing én de verplaatsing het ontgaan van belastingheffing tot gevolg heeft, constateert het hof dat de vrijstelling niet van toepassing is. Dit betekent in beginsel dat er 15% dividendbelasting verschuldigd is over de uitkering. Echter, het belastingverdrag tussen Nederland en Luxemburg bepaalt dat in dergelijke gevallen het heffingsrecht van Nederland wordt beperkt tot 2,5%.
Wijzigingen belastingverdragen
In deze zaak wordt het heffingsrecht nog beperkt door het belastingverdrag. Nederland heeft echter ook het zogenoemde multi-laterale instrument (MLI) van de OESO ondertekend. Het is nog onduidelijk wanneer de MLI van toepassing zal worden, maar recent is een wetsvoorstel voor inwerkingtreding in Nederland ingediend.
Echter, indien de MLI tussen twee landen van toepassing is, wordt het belastingverdrag uitgebreid met een anti-misbruikbepaling. Hoe die bepaling eruitziet, is afhankelijk wat de landen onderling bepaald hebben. De minimum-standaard is echter dat het verdrag niet kan worden toegepast als de belangrijkste reden voor de structuur/transactie het ontgaan van belasting is. Zou de MLI al van toepassing zijn geweest bij bovenstaande zaak, dan was 15% in plaats van 2,5% dividendbelasting verschuldigd geweest!
Wijzigingen dividendbelasting
Ook de Nederlandse dividendbelasting is vanaf 2018 gewijzigd. Enerzijds komt er een algemene vrijstelling ten aanzien van alle landen waarmee Nederland een belastingverdrag (dat ook over de dividendbelasting gaat) heeft afgesloten. Anderzijds geldt de vrijstelling echter niet in bepaalde ‘misbruik-situaties’. De vrijstelling geldt niet, indien de moedermaatschappij het belang in de in Nederland gevestigde vennootschap houdt met als belangrijkste reden (of een van de belangrijkste redenen) om dividendbelasting te ontwijken (subjectieve toets) én als de structuur of transactie kunstmatig is (objectieve toets). Een structuur is niet kunstmatig, indien daaraan zakelijke overwegingen ten grondslag liggen. In feite wordt de anti-misbruiktoets in Nederland daarmee gestroomlijnd met de toets uit de MLI.
In het Regeerakkoord van 10 oktober 2017 is opgenomen dat de dividendbelasting (per 2019) wordt afgeschaft, behalve voor misbruiksituaties. Dit betekent dat de hiervoor beschreven toetsen blijven bestaan. Overigens bestaat hier nog veel discussie over, zodat het afwachten is of de afschaffing daadwerkelijk doorgaat.
Gevolgen voor u
Als uw vennootschap of uzelf zich in het buitenland heeft gevestigd óf gaat vestigen kan dat belastingvoordelen met zich meebrengen. Het fiscale landschap op dat gebied wijzigt de laatste tijd echter snel. Wij raden u dan ook aan om te laten onderzoeken welke fiscale gevolgen uw structuur nu en in de toekomst heeft. Wellicht is een fiscaal vriendelijk alternatief mogelijk.
Mr. drs. Martijn van der Kroon van C&B More te Rotterdam is fiscaal specialist bij Fiscaalconsult. Zijn specialisme(n): Bedrijfsopvolging, estate planning (schenken & erven), innovatiebox, werknemersparticipaties, (internationale) vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, ANBI, scheepvaart