Tijdelijke doorhalingen accountants Caraïben in miljoenenzaak

Twee accountants hadden volgens de tuchtrechter te weinig oog voor tientallen miljoenen dollars aan verschillen in taxaties en voor een mogelijk geval van omkoping bij de Caraïbische verzekeraar Ennia.

Zaaknrs. 20/2614 & 20/2615

Michiel Satink

Over deze zaak: 'Weggespoelde miljoenen' op Sint Maarten leiden tot tuchtklacht

Het was de Centrale Bank van Curacao en Sint Maarten (CBCS) die naar de Accountantskamer stapte, de tuchtrechter waaronder ook beroepsgenoten van dit eiland onder vallen. Het rommelt al jaren bij de grootste verzekeraar van de Caraïben, Ennia. De verzekeraar werd in 2006 eigendom van de rijke Amerikaans-Iraanse zakenman Hushang Ansary. Er werd een nieuwe beleggingsstructuur bedacht waarna 'honderden miljoenen via leningsconstructies zijn weggevloeid', zo vatte de voorzitter de klacht samen op de zitting in november vorig jaar. CBCS trof in 2018 een noodregeling en startte een diepgaand onderzoek naar gerommel in de boeken van de verzekeraar. De centrale bank vond het onbegrijpelijk dat de jaarrekeningen 2014-2016 zijn goedgekeurd.

Mullet Bay
De 'red flags' rond zorgen over de solvabiliteit namen toe. Volgens CBCS gaf de jaarrekening 2016 geen getrouw beeld van de financiële toestand van Ennia. Er vonden vervolgens diverse afwaarderingen plaats ter grootte van 724 miljoen gulden (347,5 miljoen euro). Grote vraagtekens werden geplaatst bij de waardering van Mullet Bay op Sint Maarten, goed voor zo'n 40 procent van de balanstotaal van de verzekeraar. Dit braakliggend terrein, waar slechts een golfbaan op stond, werd zeer verschillend getaxeerd. Op 13 mei 2002 was het nog 68,3 miljoen Amerikaanse dollars waard. De gemiddelde marktwaarde per vierkante meter werd toen geschat op 75 dollar. Amper vier jaar later was die vierkantemeterprijs al ingeschat op 371 dollar. In 2016 werden twee taxaties uitgebracht: in september werd de baai getaxeerd op slechts 35,4 miljoen en twee maand later op 436,1 miljoen dollar met een gemiddelde vierkantemeterprijs van 620 dollar.

De accountants waren zich bewust van het grote belang van een goede taxatie van de baai voor de vermogenspositie van Ennia en – in het verlengde daarvan – voor de polishouders en pensioengerechtigden. Zij hielden het op de waardering van 620 dollar per vierkante meter. Volgens hun raadslieden lag er immers een concreet bod van Club Med ter waarde van 750 dollar per vierkante meter. De accountants lieten de taxaties tegen het licht houden. In dat rapport staat beschreven dat vooral de plotselinge toename in waardering in 2016 opvallend is. Volgens de tuchtrechter hadden de accountants zich echter moeten beraden over de vraag of Mullet Bay, sinds 1995 grotendeels onbebouwd gebleven, gewaardeerd mocht worden waarbij uit werd gegaan van volledige bebouwing. De Accountantskamer meent ook dat ze ten onrechte steunden op de bevindingen van derden die door het management waren ingeschakeld voor de waardering van de baai. Ook schoven de accountants de verantwoordelijkheid op hen af.

Volgens de Accountantskamer hebben ze onvoldoende werk verricht om tot een zo juist mogelijke waardering van Mullet Bay te komen ,,terwijl zij op de hoogte waren van het risico dat er jarenlang mogelijk ondeugdelijke en onjuiste taxaties waren afgegeven'', aldus de tuchtrechter in haar eindoordeel. ,,Er waren meer dan voldoende indicaties dat het voormalige bestuur van Ennia daarbij niet integer handelde.''

'Omkoping'
Ook werd de accountants verweten dat ze ten onrechte geen onderzoek deden naar de 'gouden handdruk' van een van de commissarissen. Die premie van 2 miljoen Antilliaanse guldens (iets minder dan 1 miljoen euro) was volgens klagers een aanwijzing van ambtelijke omkoping. CBCS wijst er namelijk op dat de betrokken commissaris na zijn vertrek in 2014 een jaar later minister van Financiën en weer later minister van Justitie van Sint-Maarten is geworden. En juist op Sint-Maarten bevond zich de grootste belegging van Ennia.

Het is niet aan de tuchtrechter om te oordelen of deze latere minister is omgekocht. Wel is duidelijk dat de 'gouden handdruk' een veelvoud is van de vergoedingen aan commissarissen die destijds jaarlijks tussen de 150.000 en 450.000 Antilliaanse guldens lagen. Die 2 miljoen is 'een veelvoud van dit bedrag', stelt de tuchtrechter, en dat roept vragen op. De accountant had hier kritische vragen over moeten stellen maar deed dat ten onrechte niet. Ook identificeerde hij geen frauderisicofactor.

De accountants van Baker Tilly Curaçao kregen elk een iets andere maatregel opgelegd. De een mag vier maanden zijn beroep niet uitoefenen, de ander een halfjaar.

Gerelateerde artikelen