Terechte naheffing loonheffing over privégebruik auto’s door chauffeurs uitzendbureau

Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat een uitzendbureau auto’s ter beschikking stelde aan medewerkers. De inspecteur van de Belastingdienst heeft terecht naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd.

X drijft een uitzendbureau. Aan X zijn naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd in verband met privégebruik van auto’s door medewerkers van X. De betreffende medewerkers (hierna: chauffeurs) waren verantwoordelijk voor vervoer van uitzendkrachten van en naar de werkplek.
Bij Hof Amsterdam is in geschil of de betreffende auto’s ook voor privédoeleinden aan de chauffeurs ter beschikking zijn gesteld.

Volgens het Hof is dat het geval. Er gold weliswaar een verbod op privégebruik, maar indien de chauffeurs toestemming vroegen voor privégebruik, kregen zij dat in beginsel. De auto’s werden voorts nabij de woningen van de chauffeurs geparkeerd en de chauffeurs bleven in het bezit van de autosleutels. Bovendien werd niet effectief gecontroleerd of het verbod op privé-gebruik-zonder-toestemming werd nageleefd.

Het Hof komt dan toe aan beoordeling van de vraag of X heeft doen blijken dat met de auto’s niet meer dan 500 kilometer privé is gereden.

X geeft hiervoor geen overtuigend bewijs, zodat het Hof die vraag ontkennend beantwoordt.
De opgelegde boeten worden door het Hof vernietigd omdat de Inspecteur niet bewezen heeft dat X het beboetbare feit ex artikel 67f AWR heeft begaan. Dit geldt niet voor de boete die betrekking heeft op een BMW, waarvoor in het geheel geen rittenregistratie is bijgehouden.
X heeft in hoger beroep nog aangevoerd dat de Inspecteur door gebruik te maken van ANPR-gegevens, in strijd gehandeld heeft met het Europese recht.

Dit standpunt behoeft volgens het Hof geen verdere behandeling omdat het voor zijn oordeel met betrekking tot de belasting en de boeten geen gebruik heeft gemaakt van de ANPR-gegevens.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen