Terechte correcties reisorganisatie in verband met valse vluchtfacturen

De dga van een bv, die reizen verkocht aan toeristen, is als verdachte van witwassen betrokken geweest bij een strafrechtelijk onderzoek. Publicaties in een landelijk dagblad hierover waren voor de belastinginspecteur aanleiding om een fiscaal onderzoek te starten voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Dit heeft geleid tot (navorderings)aanslagen IB/PVV en vpb.

In deze procedure over de correcties in de vpb acht Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden aannemelijk dat vluchtfacturen valselijk zijn opgemaakt. Het gaat daarbij om zeer aanzienlijke bedragen. Door die facturen en de daaruit voortvloeiende schulden in haar administratie te verwerken en de belastbare bedragen op die onjuiste administratie te baseren, heeft de bv niet de vereiste aangifte gedaan.

De bv is er niet in geslaagd aan te tonen dat de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. Zij heeft inhoudelijk geen verweer gevoerd tegen de correcties die voortvloeien uit de vluchtfacturen, behoudens de (door het gerechtshof verworpen) stelling dat voor het jaar 2012 geen sprake zou zijn van een nieuw feit.

Nader bewijs kan volgens de bv niet van haar worden verlangd omdat zij vreest dat hetgeen zij naar voren brengt zal worden gebruikt in de lopende strafzaak of in toekomstige (fiscale) strafzaken. Het gerechtshof volgt de bv daarin niet. Of de door de bv te verstrekken gegevens in de lopende of toekomstige strafzaken mogen worden gebruikt en welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden, komt bij de behandeling van die zaken aan de orde (vgl. Hoge Raad 12 juli 2013, 12/01880, ECLI:NL:HR:2013:BZ3640).

Het gerechtshof concludeert dat de correcties terecht zijn aangebracht. De belastinginspecteur heeft de correcties in redelijkheid kunnen baseren op hetgeen is gebleken tijdens het FIOD- en fiscaal onderzoek.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen