Terechte correcties afdrachtvermindering onderwijs bij opleidingsinstituut

In geschil is of een belastinginspecteur terecht loonheffing heeft nageheven voor enkele leergangen van een opleidingsinstituut.

Een opleidingsinstituut verzorgt opleidingen voor beroepen in de bouwnijverheid op vier niveaus: assistenten(entree)opleiding (BBL-1), basisberoepsopleiding (BBL-2), vakopleiding (BBL-3) en specialistenopleiding. Het instituut heeft bij de aangiften voor de loonheffingen de afdrachtvermindering startkwalificatie (artikel 14, lid 1, onderdeel e, Wva) toegepast. De afdrachtvermindering is van toepassing met betrekking tot de werknemer die een bij ministeriële regeling vast te stellen vorm van scholing volgt die gericht is op het op een startkwalificatieniveau brengen van personen die dat niveau missen.

In geschil is of de belastinginspecteur terecht loonheffing heeft nageheven voor de leergangen BBL-1 en BBL-2. Ten aanzien van de leergang BBL-1 is dat volgens Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het geval omdat de relatie tussen het instituut en de BBL-1-leerlingen niet is aan te merken als een dienstverband. Er is sprake van stagewerkzaamheden voor bouwbedrijven waarbij het leren voorop staat. Ook ontvangen de leerlingen gedurende de activiteiten in het kader van de stage een stagevergoeding, die aanmerkelijk lager is dan het loon waarop werknemers in dezelfde omstandigheden op grond van de cao recht hebben.

Ten aanzien van de leergang BBL-2 slaagt het instituut er niet in om aannemelijk te maken dat de leerlingen op BBL-2-niveau het vereiste startkwalificatieniveau missen. Met name uit de infogids van het instituut kan worden afgeleid dat BBL-2-leerlingen een bepaald niveau dienen te hebben om tot deze leergang te worden toegelaten. De naheffingsaanslag wordt gehandhaafd.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen