Terechte aanslag forensenbelasting voor recreatiewoning

21 februari 2017

In geschil is of aan een eigenaar van een gemeubileerde recreatiewoning terecht een aanslag forensenbelasting 2013 is opgelegd. Het geschil spitst zich uitsluitend toe op de vraag of hij de woning op meer dan 90 dagen van het belastingjaar 2013 voor zich of zijn gezin beschikbaar heeft gehouden.

Partijen hebben ter zitting van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden desgevraagd eenparig verklaard dat niet in geschil is dat de woning niet uitsluitend is bestemd voor verhuur, maar dat ook in 2013 sprake was van enige mate van eigen gebruik van de woning door de eigenaar en/of zijn gezin. Ook is niet in geschil dat de eigenaar in 2013 geen bemiddelaar voor de verhuur had ingeschakeld en dat er geen verhuurbemiddelingsovereenkomst was afgesloten op grond waarvan het eigen gebruik zou zijn beperkt (vgl. HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:223).
Het aantal verhuurde dagen in 2013 bedroeg 187.

Gelet op het arrest HR 22 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ4972, dient de eigenaar aannemelijk te maken dat het aantal dagen waarop de woning in 2013 door de eigenaar en/of zijn gezin zelf werd gebruikt, anders dan nodig was om deze voor verhuur gereed te maken en te houden, tezamen met het aantal dagen waarop de woning niet werd gebruikt, niet meer dan 90 was. Hij slaagt hierin niet.

De eigenaar heeft aangevoerd dat in totaal 153 dagen nodig zijn geweest om gebreken in de woning te verhelpen en om stylingadviezen van zijn dochter te realiseren. Het gerechtshof acht echter niet aannemelijk dat de werkzaamheden hiervoor, mogelijk (eigen) gebruik in de weg stonden. De aanslag is terecht opgelegd.