Terechte naheffing met boetes omdat opzettelijk te weinig is aangegeven
De rechtbank oordeelt dat de Inspecteur bij het herrekenen van de omzet goede uitgangspunten heeft gehanteerd. Omdat niet in geschil is dat voor de omzetbelasting de juiste aangifte niet is gedaan leidt dit tot omkering van de bewijslast. Hoewel er geen informatiebeschikking is gegeven komt de rechtbank voor de loonheffing tot hetzelfde oordeel omdat een zodanig hoog bedrag aan lonen niet is verantwoord dat de werkelijk verschuldigde loonheffingen absoluut en relatief gezien aanmerkelijk hoger zijn dan het bedrag dat op aangiften is afgedragen.
Aangaande de vergrijpboeten oordeelt de rechtbank dat die terecht zijn opgelegd, omdat het door de wijze waarop belanghebbende de administratie heeft bijgehouden en aangiften heeft gedaan, aan opzet van belanghebbende is te wijten dat de belasting die op aangifte moest worden voldaan en afgedragen gedeeltelijk niet is betaald. Wel oordeelt de rechtbank dat de boeten moeten worden verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond omdat de inspecteur in geding heeft geconcludeerd tot vermindering van de naheffingsaanslagen en matiging van de boeten.
(Bron: Fiscanet)