Te hoog geschatte WOZ-waarden kost huishoudens 312 miljoen
Via de inkomstenbelasting wordt 175 miljoen teveel betaald aan eigenwoningforfait. Een percentage (0,6%) van de WOZ-waarde wordt opgeteld bij het belastbaar inkomen. Hier wordt vervolgens tussen de 36,55% en 52% inkomstenbelasting over betaald. Daarnaast wordt 109 miljoen te veel betaald aan onze gemeentelijke belastingen en voor waterschapsbelasting is dat 28 miljoen.
Van de huishoudens die in 2018 bezwaar heeft gemaakt tegen een te hoge WOZ-waarde was 40,9% succesvol. De woningwaarde werd gemiddeld met 10,1% verlaagd. Op een gemiddelde woningwaarde van € 230.000 in 2018 gaat dit om een bedrag van € 23.230. Veel huishoudens die bezwaar maakten gingen fors minder betalen aan gemeentelijke belastingen en inkomstenbelasting. Dit werkt ook door in de jaren na 2018, omdat gemeenten de gecorrigeerde waarde als uitgangspunt nemen.
Veel huishoudens nemen de WOZ-waarde voor lief en weten de weg naar de gemeenten moeilijk te vinden. Ze hebben het idee dat de moeite van het indienen van een bezwaar niet opweegt tegen de besparing. Daarnaast blijkt dat gemeenten inwoners demotiveren om bezwaar te maken. Er wordt aangegeven dat de kans van slagen laag is en de besparing minimaal. In 2018 heeft slechts 2,2% van de huishoudens bezwaar gemaakt. In 2019 is dit percentage iets opgelopen naar 2,5%. Dit betekent dat een zeer grote groep wellicht onterecht teveel betaalt voor de gemeente- en inkomstenbelasting.
De gemeenten klagen over de opkomst van (no-cure-no-pay) bureaus. Dit zou zorgen voor oplopende proceskosten die worden geschat op 10 miljoen. Afgezet tegen de 109 miljoen die gemeenten onterecht ontvangen door te hoog geschatte WOZ-waarden is dit nog steeds in het voordeel voor de gemeenten.