Tal van valkuilen bij het splitsen van EY

Accountancy wordt kind van de rekening van de splitsing.

EY zal heel wat hobbels moeten nemen voor de splitsing van audit en advies gerealiseerd is. Het is nog maar de vraag of de firma zal doorzetten, zo riskant is de operatie. Dat blijkt uit een analyse van de Financial Times, die de voors en tegens op een rij zette.

De eerste grote uitdaging is om de bijna 13.000 partners in de 150 lidstaten achter het voorstel scharen. Overigens is het volgens de krant niet nodig dat iedereen instemt met de plannen. Als de belangrijkste landen instemmen kunnen tegenstribbelende landenfirma’s in de kleine landen eventueel uit het EY- verband gezet worden, zo schrijft de FT.

Maar er zijn meer zorgen. Een van de belangrijkste is om de auditpartners achter het plan te krijgen. Het is vooral de adviestak die baat heeft bij een splitsing. Verlost van de beperkingen die accountancyregels opleggen aan een kantoor, zou de consultancy los kunnen gaan bij grote EY-klanten als Amazon en Google, thans verboden terrein voor de adviseurs vanwege het risico op belangenverstrengeling.

Een toekomst van een saai accountantskantoor

Voor accountants is het perspectief van een splitsing minder zonnig. De FT schetst een toekomst van een saai accountantskantoor met een lage groei. De accountancy bij EY groeide tussen 2012 en 2021 met 27 procent, terwijl de groei voor de rest van het bedrijf met 93 procent in het niet viel.

De adviestak van EY rapporteerde vorig jaar een gecombineerde jaaromzet van 26,4 miljard dollar voor de uiteenlopende adviesdiensten, terwijl de accountancy 13,6 miljard dollar in het laatje bracht, zo schetst de FT.

De winstmarges van accountants stijgen weliswaar, maar een afgesplitste accountancy van EY zal moeite hebben om zijn marktaandeel te vergroten, zelfs als er nieuwe klanten aangeboord kunnen worden.

Een ander probleem voor een afgesplitste accountancy is de gebrekkige slagkracht om voldoende personeel aan te trekken. Zeker in vergelijking met concurrenten bij de andere big four. Bij een splitsing heeft EY niet meer het voordeel van wat de FT het “driegangenmenu” noemt. Jonge medewerkers kunnen nu wisselen tussen audit-, belasting- en advieswerk bij EY, terwijl er na de splitsing minder te kiezen valt qua ontwikkeling en ervaring.

Verder is het maar de vraag of de afgesplitste accountancy nog de investeringen in audittechnologie kan financieren. Volgens bronnen van de FT worden deze investeringen vooral gefinancierd via de consultancy.

Hoe zit het met de advisering?

Eenmaal verlost van de accountancy zou de adviespoot allerhande extra dienstverlening kunnen ontwikkelen, zoals langetermijnbeheer en outsourcingonctracten om dagelijkse diensten te bieden voor bijvoorbeeld IT en dataservices. Er kunnen volop allianties worden gesloten met technologieleveranciers zoals Amazon, Google, Oracle en Salesforce, wat nu niet kan vanwege EY’s rol als accountant van deze grootmachten.

Maar er zijn ook nadelen, zeker op de korte termijn. Het verzelfstandigde EY moet investeren in een nieuw merk. Weg is de status van grote, gevestigde partij die aanzien geniet vanwege de nabijheid van de accountantspraktijk. 

Dan is er nog de vraag waar het heen gaat met de verzelfstandigde adviestak. Een verkoop of beursgang zou een financieel feest betekenen voor de partners, maar dat zou voor jongere medewerkers een slag in het gezicht zijn. Weg is het vooruitzicht om later mee te delen in de winst. 

Sommige concurrenten wrijven zich nu al in de handen bij het vooruitzicht dat ze gedesillusioneerde medewerkers weglokken uit EY. Een aantal is daar nu al mee bezig om te profiteren van de onrust die bij EY is ontstaan door de mogelijke splitsing. 

De vorige adviestak van EY werd geen succes

Een ander bezwaar is dat voormalige adviesdiensten van EY niet altijd een happy end kenden. In 2000 verkocht EY haar adviespoot aan Capgemini, maar de adviestak die EY daarna weer opbouwde is veel groter dan Capgemini.

De omvang van de nieuwe onafhankelijke operatie zou een onderhandse verkoop bemoeilijken. Alleen een consortium van private equity-investeerders kunnen de kosten van een deal dargen. Afgaande op de prijs die één tot twee keer de jaaromzet bedraagt, kan de organisatie 53 miljard dollar. De andere grote kantoren (Deloitte, KPMG, PwC) hebben ook gekeken naar afsplitsing, maar wagen zich er niet aan.

 

Gerelateerde artikelen