Subsidie voor onderhoudskosten monumentenpand behoort niet tot inkomen

08 mei 2017

Een man is eigenaar van een rijksmonumentenpand. Het pand vormt onderdeel van zijn onroerendgoedportefeuille en is verhuurd. Op 1 september 2012 zijn aan de man Subsidies op Termijn (SOT’s) toegekend voor een bedrag van in totaal € 92.568 voor in 1997 gepleegd onderhoud aan het pand. In geschil of de in 2012 toegekende SOT’s in 2012 belast zijn als negatieve persoonsgebonden aftrek.

De Inspecteur heeft betoogd dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat de onderhoudskosten waarvoor in 2012 subsidie is toegekend, door de man in de aangifte IB/PVV 1997 in aftrek zijn gebracht. In dat jaar is door hem in totaal een bedrag van € 157.287 aan onderhoudskosten voor panden in aftrek gebracht. De bij de aangifte IB/PVV 1997 overlegde specificatie van onderhoudskosten is door de Inspecteur niet bewaard.

De man heeft onder meer aangevoerd dat hij niet heeft gehandeld in afwijking van zijn gebruikelijke handelwijze om alleen kosten voor regulier onderhoud in aftrek te brengen en niet voor kosten waarvoor hij in aanmerking meende te komen voor SOT’s.

Volgens Rechtbank Noord-Holland heeft de Inspecteur – op wie in dezen in beginsel de bewijslast rust – niet aannemelijk gemaakt dat de man de onderhoudskosten voor het pand in 1997 in aftrek heeft gebracht. Het feit dat de specificatie van onderhoudskosten betreffende 1997 niet meer in het bezit van de Inspecteur is, dient in de gegeven omstandigheden voor rekening van de Inspecteur te komen. Nu de onderhoudskosten waarvoor in 2012 subsidie is toegekend niet in aftrek van het inkomen uit werk en woning zijn gebracht, is geen sprake van in 2012 in aanmerking te nemen negatieve persoonsgebonden aftrek.