Strafzaak tegen Britse bank NatWest om witwaskwestie

Aanleiding van de zaak tegen de bank, voorheen bekend als de Royal Bank of Scotland, zijn de miljoenenbedragen die een klant in contanten stortte. Van de 365 miljoen Britse pond (423 miljoen euro) die een zakelijke klant op zijn NatWest-rekeningen stortte bestond 264 miljoen pond uit stortingen van cash.
NatWest had deze stroom van contant geld normaal gesproken als verdacht moeten aanmerken en onderzoeken, vanwege het hoge risico op witwassen bij zulke grote hoeveelheden cash. De bank liet dit echter na, aldus de FCA. De toezichthouder stelt nu vast dat controlemechanismen tussen het najaar van 2011 en het najaar van 2016 ernstige gebreken vertoonden.
Welke straf NatWest riskeert maakte de FCA niet duidelijk, maar witwaskwesties kunnen banken op forse boetes komen te staan. Zo trof ING in Nederland in 2018 een recordschikking van 775 miljoen euro met het Openbaar Ministerie omdat het klanten jarenlang hun gang liet gaan bij witwastransacties.
Naar ABN AMRO loopt ook een strafrechtelijk onderzoek wegens witwaskwesties. Onlangs werd duidelijk dat de verdenkingen tegen deze bank zijn uitgebreid van gebrekkig toezicht op verdachte geldstromen naar 'schuldwitwassen'. Dat houdt in dat de bank redelijkerwijs ook echt een vermoeden moet hebben gehad dat bepaalde geldstromen niet deugden, maar vervolgens niets of te weinig ondernam om dit te bestrijden.