Een strafblad krijg je eerder dan je denkt
Door Ilse Engwirda
Voor steeds meer functies wordt een verklaring omtrent gedrag vereist. Heeft een ondernemer net te veel geld op zak bij het passeren van de douane zonder dit te hebben aangegeven? Is hij of zij verdacht van witwassen? Heeft uw klant een keer btw teruggevraagd met valse facturen? Allemaal zaken die op zijn of haar strafblad terecht komen. Dat kan vervelende consequenties hebben voor de toekomst. Voor veel functies is namelijk een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nodig. Voor de verstrekking daarvan wordt een Uittreksel Justitiële Documentatie (in de volksmond: het strafblad) beoordeeld. In onderstaand blog leg ik uit hoe het zit. Helaas: een strafblad heb je eerder dan je denkt.
Justitiële documentatie
Wat de meeste mensen een strafblad noemen is eigenlijk een uittreksel van de justitiële documentatie. Dat is een overzicht dat wordt bijgehouden door de Justitiële Informatiedienst waarop staat voor welke misdrijven een persoon is veroordeeld. De meeste overtredingen verschijnen op dit uittreksel, denk bijvoorbeeld aan openbare dronkenschap, een gevaar op de weg vormen of handel in illegaal vuurwerk. Strafbeschikkingen en transacties, waarbij de officier van justitie of douane een voorstel voor afdoening doet zodat de persoon niet naar de rechter hoeft, staan er ook op. Het gaat nog verder: ook als er alleen sprake is van een verdenking van een misdrijf staat dat al op de justitiële documentatie.
VOG voor de rechtspersoon
Ook voor een rechtspersoon kan een VOG worden gevraagd. Dan gaat het om eventuele strafbare feiten op naam van rechtspersoon, bijvoorbeeld wanneer een rechtspersoon belastingfraude heeft gepleegd. In de beoordeling worden dan ook de (on)middellijke bestuurders van de rechtspersoon betrokken. Een VOG kan voor een rechtspersoon bijvoorbeeld van belang zijn bij een aanbesteding voor een overheidsdienst, bij lidmaatschap van een branchevereniging en om een lijst van goedgekeurde leveranciers te komen staan.
VOG aanvragen: beoordeling
Gelukkig betekent een aantekening op een strafblad niet automatisch dat iemand geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) meer kan krijgen. Bij een aanvraag voor een VOG kijkt de Dienst Justis (de screeningsafdeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid) of uit de justitiële documentatie blijkt dat een persoon strafbare feiten heeft gepleegd. Als dat zo is dan spelen twee factoren een rol: de terugkijktermijn en het screeningsprofiel.
Terugkijktermijn
Als er een strafbaar feit op iemands strafblad staat, is dat normaal gesproken na vier jaar niet meer relevant. Het blijft wel staan, maar vormt geen reden meer om een VOG te weigeren. Daar zijn wel wat uitzonderingen op. Eenmaal veroordeeld voor een zedendelict wordt dit altijd, dus ook na vier jaar, meegenomen bij de beoordeling of een VOG verstrekt wordt. Voor jongeren tot 23 jaar is de terugkijktermijn korter: twee jaar. Voor functies met hoge integriteitseisen zoals de rechterlijke macht, politiek en opsporingsambtenaren is de terugkijktermijn langer, namelijk tien jaar. En tot slot: de ‘normale’ termijn van vier jaar wordt langer als iemand een gevangenisstraf heeft gekregen. De zittijd wordt dan opgeteld bij de termijn van vier jaar, want de tijd die iemand in hechtenis heeft doorgebracht telt niet mee.
Welke feiten worden meegenomen in de beoordeling?
In eerste instantie zijn alleen de strafbare feiten binnen de hiervoor genoemde periode van belang voor de beoordeling van de aanvraag voor een VOG. Op de justitiële documentatie staat bij ieder strafbaar feit ook een datum vermeld. Bij een afgeronde strafzaak is dat de datum van de uitspraak van de rechter of de datum van de strafbeschikking. Loopt de strafzaak nog dan gaat het om de pleegdatum van het mogelijk strafbare feit. Heeft de behandeling van de zaak langer dan twee jaar geduurd dan geldt ook de pleegdatum. Voor openstaande fraude- en zedenzaken geldt een uitzondering. Daar is de datum waarop de zaak bij het OM is aangebracht van belang (en niet de pleegdatum). Wordt er een relevant strafbaar feit gevonden binnen de beoordelingsperiode, dan worden ook eerdere feiten in de beoordeling meegenomen.
Screeningsprofiel
Het criterium bij het afgeven of weigeren van een VOG is of herhaling van het strafbare feit in de functie waarvoor wordt gesolliciteerd, een risico vormt voor de samenleving. Om voor die beoordeling handvatten te bieden zijn er screeningsprofielen, bijvoorbeeld onderwijs, zorg en algemeen. Bij een functie als hoofd financiën, bijvoorbeeld is het risicogebied geld. Als iemand veroordeeld is voor witwassen, diefstal of verduistering is het een risico als die persoon dat als hoofd financiën dat weer zou doen. Dan ligt afwijzing van de VOG-aanvraag voor de hand. Als er echter andere strafbare feiten worden aangetroffen, een snelheidsovertreding, dan is dat voor de specifieke functie van hoofd financiën minder bezwaarlijk. Is de VOG bedoeld voor een taxichauffeur dan is een snelheidsovertreding mogelijk wel een probleem. Relevante strafbare feiten op het strafblad betekenen overigens niet automatisch een weigering van een VOG. De ernst en frequentie van het/de strafbare feit(en) spelen een rol, net als het tijdsverloop.
Belangenafweging
Als een bepaald feit op het strafblad inderdaad een risico vormt voor de verlangde functie, wordt een belangenafweging gemaakt. Ook al is er sprake van een risico, soms weegt het belang van de aanvrager om een VOG te krijgen toch zwaarder. Bijvoorbeeld als de aanvrager bij het plegen van het strafbare feit nog minderjarig was, of als het gaat om een enkel feit dat al vrij lang geleden is. Helaas valt de afweging vaak anders uit, in het nadeel van de aanvrager. Zelfs als er nog alleen sprake is van een verdenking van een strafbaar feit kan dit al reden zijn om een VOG te weigeren, omdat het risico voor de samenleving zwaarder kan wegen.
Fraude is vaak een probleem bij een VOG
Een verdenking van of veroordeling voor fraude (denk aan witwassen, diefstal, valsheid in geschrifte) is meestal niet alleen een probleem voor werken in de financiële sector. Ook in de sectoren Zorg en welzijn en Onderwijs en Kinderopvang kan fraude tot een weigering van een VOG leiden. Eerder dit jaar besloot de Rechtbank Midden-Nederland dat iemand die werd verdacht van witwassen geen VOG kreeg voor een functie als verzorgende in de gezondheidszorg. De strafzaak was nog door een rechter beoordeeld, dus er lag geen veroordeling. De strafrechter had de voorlopige hechtenis geschorst omdat hij geen recidiverisico zag. Toch vond dienst Justis dat er een risico bestond dat deze persoon een functie in de zorg zou (kunnen) misbruiken om zichzelf financieel te bevoordelen of dat aan haar zorg vertrouwde personen in aanraking zouden komen met criminele activiteiten, en wees de VOG-aanvraag af. De rechtbank stelde dat Justis in dit geval het risico voor de samenleving zwaarder mocht laten wegen dan het persoonlijk belang.
Afwijzing VOG
Als de Dienst Justis van plan is een VOG-aanvraag af te wijzen krijg de persoon in kwestie daar bericht van en de gelegenheid om te reageren. Komt er vervolgens toch een afwijzing dan krijgt de werkgever niet te horen waarom. De persoon die het betreft kan wel tegen de afwijzing in bezwaar en vervolgens in beroep bij de rechter. Voor de gewenste functie is het dan meestal al te laat.
Zorgen over een VOG?
Op de website vogcheck kan een persoon met een strafblad gegevens invullen en een indicatie krijgen of hij of zij voor een bepaalde sector in aanmerking komt voor een VOG. De enige manier om het zeker te weten is om een VOG aan te vragen. In mijn praktijk is dit vaak een onderwerp van gesprek. Wanneer een VOG heel belangrijk is voor iemands beroep en de officier van justitie biedt een strafbeschikking aan, kan de problematiek rond de VOG reden zijn om die te weigeren. Mits er enige kans is op vrijspraak bij de rechter. Een veroordeling, maar ook een verdenking, kan vervelende consequenties hebben.
Ilse Engwirda is advocaat bij Jaeger Advocaten