Storting 1,5 miljoen op derdenrekening notaris net vóór peildatum geen fraus legis
X is in 2013 op 80-jarige leeftijd overleden (verder: erflater). Hij heeft tijdens zijn leven samen met zijn oudste broer een landbouwbedrijf geëxploiteerd. Na de dood van de oudste broer in 2009 heeft erflater de boerderij in 2010 verkocht, maar de bijbehorende landbouwgrond aangehouden.
Op 28 december 2012 heeft erflater een schriftelijke overeenkomst gesloten met A (bv in oprichting) waarin onder meer is vermeld dat erflater tegen een huurprijs landbouwgrond ter beschikking stelt aan A voor onbepaalde tijd.
A is op 31 december 2012 door erflater opgericht. Op dezelfde dag heeft erflater € 1.500.000 agio gestort op de derdenrekening van de notaris. De agiostorting is door A gebruikt voor de aankoop van grond, toeslagrechten, machines en inventaris en als werkkapitaal.
De Inspecteur heeft het bedrag van € 1.500.000, de landbouwgrond (waarde € 271.579) en een bedrag aan liquide middelen (€ 90.000) bij de aanslagregeling IB/PVV 2013 ten name van erflater tot het box-3 vermogen gerekend. Hij acht sprake van fraus legis. De erven stellen dat sprake is van tbs-vermogen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat het beroep op fraus legis faalt. In aanmerking genomen dat de landbouwgrond niet slechts tijdelijk ter beschikking is gesteld aan A en door A in gebruik is genomen, kan niet worden gezegd dat erflater in strijd heeft gehandeld met doel en strekking van de Wet IB 2001. Het enkele feit dat de terbeschikkingstelling heeft plaatsgevonden nét voor de peildatum is daartoe onvoldoende.
Voor dat geval is niet in geschil dat de Inspecteur de landbouwgrond en het gestorte bedrag van € 1.500.000 ten onrechte tot de rendementsgrondslag van box 3 heeft gerekend.
De Inspecteur heeft wel terecht de liquide middelen tot de rendementsgrondslag van box 3 gerekend.
(Bron: Fiscanet)