Stichting tevergeefs in beroep tegen intrekken ANBI-status
De stichting faciliteert op verschillende manieren zendelingen. Haar inkomsten bestaan voor meer dan de helft uit giften. Daarvan betreft tenminste 39% giften die op naam van specifiek genoemde vrijwilligers/bestuurders van de stichting zijn gedaan (geoormerkte giften). In geschil is of de inspecteur van de Belastingdienst de stichting terecht niet langer aanmerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).
Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval. Weliswaar beoogt de stichting met haar doelstelling het algemeen nut en staan haar feitelijke werkzaamheden rechtstreeks ten dienste van dat doel (de kwalitatieve toets), maar de stichting voldoet niet aan de voorwaarde dat dit voor tenminste 90% gebeurt (de kwantitatieve toets) zoals op grond van artikel 5b van de Awr eveneens is vereist.
Met de doorstoot van geoormerkte giften, die meer dan 10% van de uitgaven van de stichting behelzen en waarover de stichting feitelijk niets te zeggen heeft, wordt het particuliere belang van haar vrijwilligers en bestuurders gediend en niet het algemeen belang. Dat slechts 1 of 2% van de activiteiten van de stichting niet gericht is op haar statutaire doel, doet hier niet aan af. Voor de kwantitatieve toets zijn de uitgaven van de stichting bepalend en niet haar activiteiten. Het beroep is ongegrond.