Steun zzp’ers voor plan verplichte AOV slinkt
De steun onder zzp'ers voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) neemt af. Ruim een derde steunt het huidige overheidsplan om een AOV verplicht te stellen voor zelfstandigen die zelf niks geregeld hebben. In 2021 was dat nog 41 procent, vijf procentpunten meer dan nu.
Dat blijkt uit onderzoek van Knab onder ruim 1.500 zzp'ers. Vooral de voorgenomen standaard wachttijd van een jaar voordat een AOV uitkeert, stuit veel ondernemers tegen de borst. In het kabinetsplan voor een verplichte AOV staat dat zzp’ers die niks geregeld hebben, een AOV moeten afsluiten tegen een premie van ongeveer acht procent van hun inkomen. Een eventuele uitkering – ten hoogte van het minimumloon – start pas na de wachttijd van vermoedelijk een jaar.
Ruim een derde (36 procent) steunt het huidige plan, terwijl 57 procent aangeeft het plan te steunen, mits die wachttijd wordt verkort. Ondanks de weerstand hebben honderdduizenden zzp’ers geen financieel vangnet, zo kan worden afgeleid uit het onderzoek. 42 procent van de respondenten heeft geen financiële reserve. Van die groep zou het vier op de tien zzp’ers niet lukken om – zonder hun ondernemersinkomen – het hoofd langer dan een jaar boven water te houden.
In het onderzoek is een kloof te zien tussen de hoge en lage inkomens. Hoe hoger het inkomen, des te vaker de ondernemer iets geregeld heeft. Van alle ondervraagden heeft 22 procent een AOV. Andere genoemde voorzieningen zijn een broodfonds (negen procent) en crowdsurance (vier procent). Een op de vijf zzp’ers geeft aan genoeg eigen vermogen te hebben om de gevolgen van arbeidsongeschiktheid op te vangen.
Zes op de tien zzp’ers erkennen dat de grote groep onverzekerden een sociaal probleem vormen. Maar ze zien het overheidsplan dat nu op tafel ligt, niet als de juiste oplossing.