Sterkste stijging gemeentelijke woonlasten sinds 2007

De gemeentelijke woonlasten stijgen dit jaar aanzienlijk sterker dan de inflatie.

Huurders betalen 5,1 procent meer, eigenaar-bewoners 4,3 procent. De afvalstoffenheffing stijgt met 5,9 procent sterk doordat veel gemeenten nu pas de verhoging van een rijksbelasting in 2019 doorberekenen. De ozb stijgt met 4,0 procent relatief sterk door onder meer tekorten op het sociaal domein. 

Dat blijkt uit het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten 2020, dat is opgesteld door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen.

COELO onderzocht voor dit jaarlijkse overzicht de tarieven van veertig grote gemeenten, waar in totaal 41 procent van de Nederlandse bevolking woont. Het volledige rapport, met cijfers over alle afzonderlijke grote gemeenten, is te vinden op www.coelo.nl.

Woonlasten eigenaar-bewoners
De gemeentelijke woonlasten voor meerpersoonshuishoudens die hun woning bezitten (ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing) stijgen gemiddeld met 30 euro (4,3 procent) tot 734 euro per jaar. Ter vergelijking, de verwachte inflatie in 2020 is 1,6 procent. Het is het tweede jaar op rij dat de woonlasten relatief sterk stijgen (zie onderstaande figuur).

Deze lastenontwikkeling komt in de eerste plaats doordat de afvalstoffenheffing sterk stijgt (met 5,9 procent ofwel 17 euro). De gemiddelde ozb-aanslag stijgt met 4,0 procent (9,78 euro). Eigenaar-bewoners betalen gemiddeld 1,9 procent meer voor de rioolheffing (3,14 euro). De woonlasten zijn het hoogst in Leiden (878 euro) en het laagst in Den Haag (597 euro).

Woonlasten huurders
Huishoudens in een huurwoning betalen afvalstoffenheffing en in sommige gemeenten rioolheffing. Zij betalen in 2019 gemiddeld 18 euro meer (5,1 procent). Dat komt voornamelijk doordat de afvalstoffenheffing in veel gemeenten sterk stijgt (17 euro). De rioolheffing stijgt voor huurders gemiddeld 0,49 euro (0,9 procent). 

Gerelateerde artikelen