Sterke groei in steden en randgemeenten verwacht
Vooral de grote en middelgrote steden zullen groeien, evenals diverse randgemeenten rondom de grote steden. Tegelijk zal 1 op de 5 gemeenten krimpen, vooral aan de randen van Nederland. Deze gemeenten zullen ook sneller vergrijzen dan de steden. Ook wonen steeds meer mensen alleen.
Dat blijkt uit de Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2019-2050 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Groei grote steden zet door
Bijna drie kwart van de nationale groei met 1 miljoen mensen komt volgens de prognose terecht in de grote en middelgrote steden (gemeenten met ten minste 100.000 inwoners). Rondom de grote steden groeien ook diverse andere gemeenten, zoals Almere en Haarlemmermeer bij Amsterdam, Zuidplas bij Rotterdam en Rijswijk bij Den Haag. Deze gemeenten ontvangen door hun nieuwbouw veel jonge stellen uit de grote stad.
Amsterdam krijgt er de meeste inwoners bij, naar verwachting ruim 150.000 tot 2035. Dit betekent een groei van bijna 20 procent ten opzichte van 2019. De stad zal daardoor in 2035 een miljoen inwoners tellen. Voor Utrecht voorziet de prognose een groei van ruim 20 procent. In Rotterdam en Den Haag stijgt het aantal inwoners wat minder, met elk 15 procent. De grote steden zijn relatief jong en groeien vooral doordat er meer kinderen geboren worden dan er mensen overlijden. Ook hebben steden een grote aantrekkingskracht op immigranten, waaronder arbeidsmigranten uit de EU, expats en internationale studenten.
In Noord-Brabant zijn het de steden Eindhoven, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch en Breda die meer inwoners krijgen. Ook steden in het noorden zoals Groningen en Assen en steden in het oosten zoals Zwolle, Arnhem en Nijmegen, zullen verder groeien.
Krimp vooral aan de randen van het land
Kleinere gemeenten aan de randen van het land krijgen de komende decennia te maken met verdere krimp. Het gaat vooral om gemeenten in het noordoosten van Groningen, Drenthe, de Achterhoek, Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Na 2035 wordt de krimp nog sterker doordat de bevolking van Nederland dan minder hard groeit.
Ook vergrijzing in de steden
Nederland vergrijst verder. Op dit moment is ongeveer 19 procent van de bevolking 65 jaar of ouder, in 2035 zal dat zijn opgelopen tot een kwart. De grote steden zijn minder vergrijsd dan de kleinere gemeenten, maar ook hier neemt de vergrijzing de komende jaren naar verwachting toe, van 13 naar 20 procent 65-plussers in 2035.
De vergrijzing elders in Nederland gaat echter sneller, waardoor het verschil tussen stad en platteland toeneemt. Vooral in de krimpgemeenten zal het aandeel ouderen in 2035 naar verwachting groot zijn, dikwijls 30 procent of meer. De vergrijzing is hier een belangrijke oorzaak van de bevolkingskrimp.
Na 2035 nemen de regionale verschillen in vergrijzing naar verwachting weer wat af. In gemeenten die nu sterk vergrijsd zijn, zal het aantal ouderen ten opzichte van de rest van de bevolking weer wat dalen, doordat er meer mensen uit de grote groep babyboomers overlijden. In de meer stedelijke gebieden neemt de vergrijzing dan nog toe.
Meer alleenstaanden, vooral in grote en middelgrote steden
In 2035 telt Nederland naar verwachting een half miljoen meer alleenwonenden dan nu. Dan zal bijna 20 procent van de bevolking alleen wonen, nu is dat ruim 17 procent. In kleinere, vergrijzende gemeenten zullen vooral meer ouderen alleen wonen, nadat hun partner is overleden of na een scheiding. Dat geldt ook voor middelgrote gemeenten. In bijvoorbeeld de voormalige groeikern Almere zullen veel mensen die er destijds als jong gezin zijn komen wonen, tegen die tijd alleen wonen. In de vier grote steden is het percentage alleenwonenden al hoog (vooral door de toestroom van studenten en werkende jongeren) en zal het verder stijgen doordat hier de vergrijzing ook sterker wordt.