Stamrechtvrijstelling niet van toepassing op aanvullende ontslagvergoeding

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft onlangs geoordeeld dat de stamrechtvrijstelling niet kan worden toegepast op een aanvullende ontslagvergoeding die na het vervallen van de stamrechtvrijstelling is genboten.

In 2013 ontving belanghebbende een ontslagvergoeding die met goedkeuring van de Belastingdienst met toepassing van de stamrechtvrijstelling is gestort in zijn stamrecht-BV. In 2014 is aan hem in een procedure wegens kennelijk onredelijk ontslag een aanvullende ontslagvergoeding toegekend.

De rechtbank is van oordeel dat de stamrechtvrijstelling niet op deze vergoeding kan worden toegepast. De stamrechtvrijstelling is immers per 1 januari 2014 vervallen en de aanvullende vergoeding is pas daarna genoten.

De overgangsregeling (art. 39f Wet LB 1964) is evenmin van toepassing, nu er op 31 december 2013 geen sprake was van een bestaande aanspraak op een periodieke uitkering in verband met de aanvullende ontslagvergoeding.

• ECLI:NL:RBZWB:2016:3032

Gerelateerde artikelen