SRA: Surplus toezichtkosten teruggeven aan de markt
Sinds 1 januari 2015 worden de toezichtkosten volledig in rekening gebracht bij de sector. SRA is het niet eens met deze keuze en vindt dat de overheid net zoals bij een andere Autoriteit of Agentschap een bijdrage moet leveren. “Waar het gaat om (toezicht op) het werk van accountantsorganisaties is immers sprake van een maatschappelijke belang,” aldus SRA.
Kosten doorberekenen aan de gebruiker, is echter staand kabinetsbeleid waaraan niet kan worden getornd. De doorberekeningssystematiek krijgt vorm door verrekening achteraf met de daadwerkelijke kosten in het voorafgaande jaar. In de verrekening (het saldo) worden inkomsten uit boetes en verbeurde dwangsommen tot 2,5 miljoen euro meegenomen. Dit saldo kan positief of negatief zijn.
SRA vindt dat bij een principiële keuze voor doorberekening aan de markt in het geval van een positief saldo, ook een principiële keuze hoort om het surplus terug te geven aan de gebruiker, de markt. SRA: “Dat is immers ook conform het profijtbeginsel: de sector is erbij gebaat dat de 'slechten' worden aangepakt; de 'goeden' moeten daarvoor niet extra hoeven opdraaien. SRA pleit er dan ook voor om dit element mee te nemen in de uitgangspunten voor de bekostiging. Het sluit bovendien aan bij de wens van de overheid om zo dicht mogelijk te komen tot de werkelijke kosten die per onder toezicht staande persoon worden gemaakt.”
Als laatste plaatst het bestuur een kanttekening bij het voornemen om de uitwerking van de kostenverdeling bij het doorlopend toezicht voortaan bij algemene maatregel van bestuur te regelen. Mede in het kader van rechtszekerheid en procesefficiency, verzoekt SRA de minister om de (verplichte) voorhangprocedure in het wetsvoorstel op te nemen.