‘Spaartaksarrest geldt niet voor eerdere jaren’

Oordeel betekent ook niet dat de zogeheten box 3-heffing in zijn geheel niet meer kan worden toegepast

Het arrest waarmee de Hoge Raad in december korte metten maakte met een onderdeel van de spaartaks, heeft volgens een belangrijk advies geen gevolgen voor deze belasting over spaargeld vóór 2017. 

Ook zou het oordeel niet betekenen dat de zogeheten box 3-heffing in zijn geheel niet meer kan worden toegepast. Maar iemand die zegt in de jaren 2017 en 2018 te veel belasting te hebben betaald kan wel recht hebben op een vergoeding, heeft de advocaat-generaal geschreven aan de Hoge Raad.

De zaak gaat om de onrealistische fictieve rendementen die de fiscus hanteert bij het berekenen van de belasting op spaargeld. De hoogste rechter oordeelde in december dat spaarders die hierover klaagden in een massale bezwaarprocedure niet alleen gelijk hebben, maar ook recht hebben op ‘rechtsherstel’. Dat arrest had evenwel betrekking op specifieke belastingjaren. Hoe dan ook kan de vergoeding flink in de papieren lopen.

Het kabinet werkt inmiddels aan de ingewikkelde puzzel van de compensatie. Onlangs werden officieel de bezwaren van 200.000 spaarders tegen de spaartaks gegrond verklaard. In welke vorm, wanneer en in welke mate zij gecompenseerd worden, moet het kabinet nog uitzoeken. In het dossier liggen nog veel vragen open. Zo is ook onduidelijk of anderen in dezelfde situatie – die geen bezwaar hebben gemaakt – ook gecompenseerd moeten worden.

Over de kwestie lopen meerdere procedures. Intussen ligt er weer een nieuwe zaak bij de Hoge Raad van iemand wiens klacht niet is meegenomen in de massale bezwaarprocedure. Deze persoon stelde van 2015 tot en met 2018 te veel belasting te hebben betaald. Over deze zaak heeft de advocaat-generaal advies uitgebracht. De adviezen die deze belangrijke adviseur geeft worden vaak overgenomen door de Hoge Raad, maar dat hoeft niet.

De advocaat-generaal betoogt concreet dat de bezwaren voor de jaren 2015 en 2016 ongegrond zijn. Maar de klachten over de belastingjaren 2017 en 2018 zouden nogmaals aan het gerechtshof voorgelegd moeten worden. Dat kan dan beoordelen of en zo ja voor welk bedrag rechtsherstel moet worden verleend. Het is nog niet bekend wanneer de uitspraak van de Hoge Raad volgt.

Gerelateerde artikelen