Spaargeld huishoudens bij banken met 5,3 miljard gestegen

Nederlandse huishoudens hebben momenteel ongeveer 340 miljard euro aan spaargeld uitstaan bij in Nederland gevestigde banken. In 2016 is de stand van het spaargeld met 5,3 miljard gestegen. Huishoudens hebben het afgelopen jaar netto voor 1,8 miljard euro gespaard. Het restant van de stijging van het spaargeld werd veroorzaakt door de bijgeschreven rente. Dit meldt De Nederlandsche Bank vandaag.

Het overgrote deel (98% procent) van het geld van Nederlandse huishoudens dat bij banken in Nederland wordt gespaard, is gestald bij van origine Nederlandse banken. Buitenlandse banken (banken met een buitenlandse moedermaatschappij) spelen dus een relatief kleine rol.

 

In de groeiende spaarmarkt is het aandeel van de grootste banken van Nederland (met een balanstotaal van meer dan 50 miljard) de laatste jaren afgenomen. Terwijl het aandeel van de kleinere banken (tussen 10 en 50 miljard balanstotaal) is toegenomen, van 4 procent vóór de financiële crisis naar 11 procent op dit moment. Daarnaast is de concentratie binnen deze laatste groep van banken sterk afgenomen. De kleinere banken hebben de laatste jaren dus relatief veel spaargeld aangetrokken en bovendien is dat spaargeld gelijker verdeeld over de marktpartijen. Bij de grootste banken van Nederland is de concentratie binnen de groep over de gehele periode nauwelijks veranderd, met uitzondering van een kortstondige stijging in de hoogtijdagen van de crisis.

 

Er kunnen meerdere redenen zijn voor het toegenomen aandeel van de kleinere banken. Allereerst kan het verschil in spaarrente een rol spelen. De afgelopen jaren is een aantal kleinere banken zich actiever gaan bewegen op de spaarmarkt en meer gaan concurreren, onder meer op spaartarieven. Voor de financiële crisis bestond nauwelijks verschil tussen de spaarrente van de grootste banken en die van de kleinere banken. Gaandeweg is dat verschil opgelopen. De Nederlandse spaarrente staat momenteel op een absoluut dieptepunt, maar kleinere banken bieden gemiddeld genomen een aanzienlijk hogere rente dan de grotere banken. Ook kunnen de grootste banken minder behoefte aan het aantrekken van spaargeld gehad hebben, bijvoorbeeld door het bestaan van alternatieve financieringsbronnen (die voor kleinere banken minder toegankelijk zijn). Bovendien kunnen huishoudens door de gebeurtenissen tijdens de financiële crisis hebben gekozen voor het meer spreiden van spaargeld over diverse banken. Hierdoor kan de concentratie op de bancaire spaarmarkt eveneens zijn afgenomen.

Gerelateerde artikelen