Slechts beperkte regeldrukverlichting door uniformering loonbegrip
De onderzoekers concluderen dat sprake is van een vereenvoudiging met het wegnemen van de vier discoördinatiepunten in het loonbegrip, maar dat de vereenvoudiging als beperkt wordt ervaren. Ook wordt geconstateerd dat nog niet uitsluitend met het nieuwe loonbegrip wordt gewerkt en dat, onder meer door nieuwe afspraken en regelveranderingen in het loondomein, de beoogde verdere vereenvoudiging niet tot stand is gebracht. Het behalen van de met die verdere vereenvoudiging samenhangende administratieve lastenverlichting zou dan ook nadere stappen vergen. Het beantwoorden van de vraag of en zo ja welke beleidsconclusies aan de uitkomsten van dit onderzoeksrapport worden verbonden is aan het volgende kabinet, zo laat Wiebes weten.
Algehele conclusie
Bij de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel in 2009 is destijds door de overheid een inschatting gemaakt van het besparingspotentieel aan administratieve lasten voor het bedrijfsleven in orde van grootte van € 380 miljoen. Daarbij is ervan uitgegaan dat het kabinet verwachtte dat door uniformering van het loonbegrip in combinatie met verdere stappen, zoals een loonsomheffing, de loonaangifte aanzienlijk vereenvoudigd zou worden. Bovendien is het voornemen dat de Belastingdienst zelf een aangifteprogramma kon gaan aanbieden waarmee de loonheffingen berekend konden worden niet uitgekomen. Maar er zijn enkele verstoringen opgetreden ten opzichte van de verwachtingen die er in 2009 nog waren. Zo is er bijvoorbeeld geen sprake van een uniform loonbegrip, omdat het UWV nog steeds vraagt om het SV-loon, pensioenfondsen en verzekeraars nog deels hun eigen loonbegrippen hanteren en in cao’s en bedrijfstakeigenregelingen ook nog andere loonbegrippen voorkomen. De loonadministratie is complex door de vele fiscale en sociale veranderingen in wet- en regelgeving die elk jaar plaatsvinden. En de loonsomheffing of een stap in de richting daarvan heeft nog geen doorgang gevonden.
Het is echter lastig om op basis van voorliggend onderzoek, waarbij vooral de merkbaarheid en impact van de Wet uniformering loonbegrip op het bedrijfsleven centraal staat, harde uitspraken te doen over de gevolgen voor de kwantitatieve impact op de administratieve lasten voor bedrijven. Om na te gaan met hoeveel de regeldruk door de ULB precies is verminderd, zou een kwantitatieve meting conform het Handboek Meting Regeldruk kunnen plaatsvinden. Hierdoor zouden de veranderingen in administratieve handelingen en verplichtingen bepaald kunnen worden, waarna op basis van verandering in tijdbesteding en kosten de kwantitatieve verschillen zouden kunnen worden ontleed. Echter in de tussentijd is er al zoveel veranderd in de regelgeving in het loondomein, dat het geïsoleerd vaststellen van het effect van de ULB daardoor bemoeilijkt wordt. Op basis van het onderzoek kan wel worden vastgesteld, dat de door de ULB gerealiseerde regeldrukverlichting maar als zeer beperkt wordt ervaren.