Slager beticht zijn accountant van ‘keiharde leugens’

Heeft de AA die 'vergat' een overeenkomst voor de omzetting van een VOF naar een BV op tijd naar de Belastingdienst te sturen hierover tegen zijn cliënt gelogen? Of treft deze accountant geen blaam is dit 'vermaledijde document' ergens in een zwart gat beland?

Zaaknr. 19/1208

Door Jan Smit

Die vragen stonden maandagmiddag centraal tijdens de zitting van de Accountantskamer.

Het tuchtcollege boog zich dit keer over een klacht van een keurslager uit Zeeland. De man was niet tevreden over zijn toenmalige accountant. Via de franchiseorganisatie kwam hij begin 2017 in contact met de AA,  iemand met ruime ervaring binnen de branche.

In maart en april ontmoetten de slager en de accountant elkaar voor het eerst. Tijdens die besprekingen kwam onder meer aan de orde dat de slager zijn bedrijf wilde de omzetten van een VOF in een BV. Dat zou niet alleen zijn persoonlijke aansprakelijkheid sterk verminderen, maar ook de belastingdruk. In september toog de AA opnieuw naar Zeeland. Met de intentieverklaring op zak voor een geruisloze oprichting van een BV – een overgang waarbij alle bezittingen van de VOF in de BV worden ingebracht zonder vooraf af te rekenen met de fiscus – reed hij terug naar kantoor. Daar gaf hij de verklaring af bij de receptie met het verzoek dit document op te sturen naar de Belastingdienst. 

Eind oktober ontdekte de AA dat de slagerij bij de Belastingdienst nog steeds niet als BV geregistreerd stond – er was kennelijk iets verkeerd gegaan. Hij diende een verzoek in om dit per 1 januari 2017 met terugwerkende kracht alsnog voor elkaar te krijgen. Dat bleek niet meer mogelijk. De eerstvolgende optie was 6 november.

Volgens de accountant heeft hij zijn cliënt hierover telefonisch geïnformeerd. Dat laatste ontkent de slager. Pas begin januari hoorde deze naar eigen zeggen van de fout, nota bene via een medewerker van het kantoor van de AA. Toen de slager hem daarmee confronteerde, zou deze dit hebben tegengesproken. “Dat het fout is gegaan, blijkt gewoon uit de stukken. Maar hij bleef maar ontkennen, in onze correspondentie en bij onze laatste ontmoeting op 30 januari, tot drie keer toe. Hij zat daar gewoon keihard te liegen. Dat kun je niet maken, vind ik, als accountant al helemaal niet.”

Behalve van ‘leugens’ beticht de slager de AA er ook van allerlei keuzes te hebben gemaakt zonder hem hierin te kennen. Die klacht heeft onder meer betrekking op de keuze voor cummulatief preferente aandelen, de bepaling van de waarde van de activa van de VOF bij de inbreng in de BV en de inbreng van een loods. 

Dat er iets fout is gegaan, ontkennen de accountant en diens advocaat niet. Maar: liegen en alles op eigen houtje regelen, dat zijn ‘hele grote woorden’, daar klopt volgens hen niets van. De advocaat: “Er is iets niet goed gegaan. Dat klopt. Maar wat: dat is nog steeds onduidelijk. Is het verzoek niet verzonden, is het niet aangekomen? We weten het niet.”

Volgens de AA heeft hij zijn cliënt voortdurend van alles op de hoogte gehouden: 
“Op 29 januari is de oprichtingsakte van de BV gepasseerd bij de notaris. Twee dagen later zat ik weer bij mijn cliënt aan tafel voor onder meer de nieuwe huur- en arbeidsovereenkomsten. Een dag later kreeg ik tot mijn verbazing ineens een opzegging.”

Hoe en wanneer heeft de AA zijn cliënt over de fout en de aanpassingen geïnformeerd, wilde een van de leden van de tuchtraad weten. Had hij afspraken schriftelijk bevestigd, aantekeningen gemaakt? Aantekeningen waren er inderdaad, aldus de accountant. “Maar die heb ik niet naar cliënt gestuurd, dat doe ik nooit. Mocht u die alsnog willen zien, dan kan ik ze mailen. Met alle plezier.”

Mogelijk krijgt de AA daartoe de gelegenheid, liet de voorzitter na een korte schorsing weten. Tegen de klager en diens advocaat: “Uiteraard krijgt u dan gelegenheid daarop te reageren.” 

De uitspraak: Waarschuwing voor AA die ‘vergat’ overeenkomst naar fiscus te sturen

Gerelateerde artikelen