Senaat steunt tegengaan onredelijk lange betaaltermijnen
Dit initiatiefvoorstel regelt in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) dat grote ondernemingen geen langere betaaltermijn dan 60 dagen kunnen overeenkomen met het midden- en kleinbedrijf (mkb) en zelfstandig ondernemers als leverancier of dienstverlener.
De initiatiefnemers zijn tot indiening van dit voorstel overgegaan omdat de regering de motie Ronnes (CDA) en Vermue (PvdA) niet heeft uitgevoerd. De motie vraagt de regering om voor 1 juni 2016 met een wetsvoorstel te komen waarin wordt geregeld dat een wettelijke handelsrente gaat gelden bij een betaaltermijn langer dan 60 dagen en dat op een passende manier afdwingbaar te maken.
Dit voorstel is een verdere uitwerking van de Europese richtlijn late betalingen. Het wetsvoorstel maakt gebruik van de mogelijkheid die de Richtlijn biedt om op nationaal niveau de wet aan te scherpen. Met dit voorstel kan in een overeenkomst tussen een grote onderneming en een mkb-onderneming of zelfstandig ondernemer, waarbij de grote partij de rol van afnemer vervult en de kleine partij de rol van leverancier of dienstverlener, geen langere betaaltermijn dan 60 dagen worden overeengekomen. Overeenkomsten waarbij grote bedrijven alsnog besluiten betaaltermijnen langer dan 60 dagen af te sluiten, worden nietig verklaard en wordt de betaaltermijn van rechtswege omgezet in een betaaltermijn van 30 dagen. Mocht de afnemer de factuur pas na 30 dagen betalen, is van rechtswege wettelijke handelsrente verschuldigd over de termijn die de 30 dagen overschrijdt.